2B1 & 2B2 10-05-22

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

English 10-05-22

Today

Homework

Planning

Repetition Grammar

Exercises

Homework

Reading Exercise

Planning

Reading Test

Tomorrow

Test unit 5

Wednesday May 25th

Page 206

nail

saftey goggles

sandpaper

screwdriver

toxic

power drill

toolbox

pliers

Dust mask

A to mark
B to insert
C to measure
D to loosen

1. A
2. B
3. C
4. D

A to screw
B to sand
C to drill
D to create

1. A
2. B
3. C
4. D

A to loosen
B to remove
C to mark
D dump

1. A
2. B
3. C
4. D

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een

zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoorden zijn mensen, dieren, dingen

en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)

That's a fast car

Fast zegt iets over de auto

David is a polite boy

polite zegt iets over de jongen

Bijwoord (adverb)

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord (de manier waarop iets gebeurt, actie in de zin).

of

Een bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord (adverb)

Madonna sings beautifully.

("beautifully" zegt iets over de manier van zingen.)

The dog ate slowly.

("slowly" zegt iets over de manier van eten)

 He  is an extremely quick walker

("extremely" zegt iets over hoe snel)

Wat is juist?
Een bijwoord eindigt altijd op:

1. -S
2. -ING
3. -LY
4. -ES

Wat is juist?
She is a ..... girl.

1. beautiful
2. beautifully

Wat is juist?
She sings .....

1. beautiful
2. beautifully

Wat is juist?
This is an ..... exercise.

1. easy
2. easily

Wat is juist?
Let's have a ..... lunch.

1. quick
2. quickly

Wat is juist?
Some people like to eat very .....

1. quick
2. quickly

Wat is juist?
The rockband played the song .....

1. slow
2. slowly

Wat is juist?
The lead singer is .....

1. slow
2. slowly

Exercises

5.4 reading 

Exercise 9 and 10

Test Jezelf ( van 5.4 )

(kader: 8 and 9 and Test Jezelf)