Cliënten met een verstandelijke beperking door een syndroom




Module 3



Paragraaf 7 
1 / 34
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 34 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson




Module 3



Paragraaf 7 

Slide 1 - Slide

Een syndroom

Een geheel van verschijnselen die horen bij een ziekte

Slide 2 - Slide



Syndroom van Down



Trisomie-21

Slide 3 - Slide

Syndroom van Down
Vertraging in de motorische en spraakontwikkeling
Verhoogd risico op lichte of matige verstandelijke beperking

Schildklier en huidproblemen

Ouderdomsproces verloopt sneller (ongeveer 15 jaar eerder)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video




Het RETT syndroon

Slide 6 - Slide

Het RETT syndroom
Afwijking in het X-chromosoom (vrouwelijk)
= erfelijk
Ernstige verstandelijke en lichamelijke beperkingen

Tussen de 6e en 18e maand ontstaat er een achterstand 
Functioneren op een leeftijd van 4-12 maanden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video



Het Foetaal alcohol syndroom

Slide 9 - Slide

Foetaal alcohol syndroom
Tijdens de zwangerschap nuttigen van alcohol kan leiden tot een FAS

Groei achterstand en laag geboortegewicht
Vaak concentratieproblemen in combi met hyperactiviteit
Lichte verstandelijke beperking

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video




Het Prader-Willi syndroom

Slide 12 - Slide

Prader-Willi syndroom
Afwijking in chromosoom 15

Kenmerken na geboorte:
Moeite met drinken, zwakker huilen en minder beweeglijk

Onbedwingbare eetlust, vertraagde seksuele ontwikkeling en driftbuien

Slide 13 - Slide




Hoeveel kennis heb jij?

Slide 14 - Slide

Iemand heeft een verstandelijke beperking als deze onstaan is voor het 18e levensjaar

Slide 15 - Slide

We spreken van een matige verstandelijke beperking bij een IQ tussen de 50-70

Slide 16 - Slide



De lichaamsgebonden ervaringsfase ervaart de persoon de omgeving zowel lichamelijk als zintuigelijk

Slide 17 - Slide

LVB-cliënten kunnen zich vaak moeilijk verplaatsen in de ander

Slide 18 - Slide

MBV-cliënten kunnen zich verbaal niet uiten maar wel abstract denken

Slide 19 - Slide



Bij MBV-cliënten is het belangrijk dat je zaken concreet maakt en ook communiceert met plaatjes en lichaamstaal

Slide 20 - Slide

EVB-cliënten hebben een IQ tussen de 20-35

Slide 21 - Slide

EVB-cliënten wonen vaak binnen een instelling vanwege specifieke zorg en veiligheid

Slide 22 - Slide

EVB-cliënten communiceren alleen als ze zich veilig voelen bij de ander

Slide 23 - Slide

Een stereotype beweging is een beweging die niet herhaalt wordt

Slide 24 - Slide

We spreken van EMVB als er minimaal 3 langdurige beperkingen zijn

Slide 25 - Slide

Bij het syndroom van down is er sprake van drie exemplaren van chromosoom 15

Slide 26 - Slide

Bij het syndroom van down is er sprake van een versnelde motorische ontwikkeling

Slide 27 - Slide

Het Rett syndroom komt alleen voor bij jongens

Slide 28 - Slide

Het Rett syndroom is bij de geboorte nog niet zichtbaar

Slide 29 - Slide

Cliënten met Rett hebben vaak last van epilepsie en scoliose

Slide 30 - Slide



Het Prader-Willi syndroom is een aandoening aan het 15e chromosoom en komt alleen bij meisjes voor

Slide 31 - Slide

Kenmerken van Prader-Willi na de geboorte is minder drinken en minder bewegen

Slide 32 - Slide

Het FAS ontstaan alleen als de moeder veel alcohol drinkt

Slide 33 - Slide

Het FAS kenmerkt zich door concentratieproblemen

Slide 34 - Slide