Les 9: Doelen en behoeften

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  •  Kan je met de cliënt en naastenbetrokkenen bespreken wat ze anders zouden willen zien in hun leven.
  • Kan je het begrip PES uitleggen.
  • Weet hoe je integraal werkt vanuit een ondersteuningsvraag.
  • Kun je de SMART methode uitleggen en benoemen waar de letters voor staan. 





 

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Terugblik: SOAP
- Theorie behoeften en doelen
- Portfolio opdracht behoeften en doelen




          

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kan je met de cliënt en naastenbetrokkenen bespreken wat ze anders zouden willen zien in hun leven.
  • Kan je het begrip PES uitleggen.
  • Weet hoe je integraal werkt vanuit een ondersteuningsvraag.





 

Slide 4 - Slide

Terugblik SOAP-methode
De letters van SOAP staan voor:
  
S = Subjectief (de informatie van de cliënt of naastbetrokkenen)
O = Objectief (wat jij als professional hebt waargenomen)
A = Analyse (wat jij denkt dat er aan de hand is op basis van S en O)
P = Plan (de actie die je onderneemt op basis van S, O en A).

Slide 5 - Slide

Behoeften en doelen
> Informatie verzamelen (verschillende bronnen) : beginsituatie
> behoeften en doelen vaststellen
               - Tijd
                - Aansluiten op wat er al is qua ondersteuning
                - Prioriteiten stellen
                

Slide 6 - Slide

Behoeften en doelen
> Maak onderscheid in soorten doelen.
Wat voor soorten doelen?
> Let op de hoeveelheid doelen.
Waarom?
> Focus niet alleen op verbetering.
Waar kan je ook op focussen?
> Stem doelen af met anderen.
Welke anderen?

Slide 7 - Slide

PES
> Probleem: wat is het probleem?
De cliënt is niet in staat om (zelfstandig) ...'
 
> Etiologie: wat zijn de oorzaken?
Waarom is het probleem er?

> Symptomen: wat zijn de verschijnselen?
Bij de symptomen beschrijf je concreet waaruit het probleem blijkt.

Slide 8 - Slide

Oefening
Erwin werkt als woonbegeleider beschermd wonen bij een ggz-instelling. Een van de cliënten daar is Yentl. Ze heeft een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Als Yentl boos of verdrietig is, krast ze met een scherp voorwerp in haar armen, tot bloedens toe. Dan loopt ze weer een tijdje met haar armen in het verband. Het team vindt het tijd om Yentls gedrag te veranderen. Erwin gaat ermee aan de slag. In eerste instantie gaat hij ervan uit dat het krassen in haar armen het probleem is. Maar als hij het probleem met de PES-methode probeert te beschrijven, komt hij erachter dat dit niet werkt. Hij kan de zin ‘Yentl is niet in staat om ...' niet goed afmaken.

Hoe ziet volgens jou de PES eruit?

Maak gebruik van je boek Methodisch begeleiden Thema 4.2

Slide 9 - Slide

Doelen formuleren
SMART-methode

S
M
A
R
T

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

SMART
Van Inventarisatie van wensen en behoeften ga je naar doelen. 
Doelen formuleren we SMART:

S= specifiek
M= meetbaar
A= acceptabel
R= realistisch
T= tijdsgebonden

Slide 12 - Slide

S= specifiek

> Wat wil je bereiken?
> Wie zijn erbij betrokken?
> Waar vindt het plaats?
> Wanneer vindt het plaats?
> Waarom wil je dit bereiken?

Slide 13 - Slide

M = meetbaar

> Hoeveel ga je doen of moet gedaan worden?
> Hoe kun je dat meten?
> Welk resultaat levert dat op?

A= acceptabel

> Is het doel aanvaardbaar: staat cliënt achter zijn leerdoel?
 > Is het doel logisch gebaseerd op huidige of eerdere omstandigheden, gebeurtenissen of gedragingen?
 > Is er voldoende draagvlak om het doel te bereiken: staan andere betrokkenen achter het doel?

Slide 14 - Slide

R =  realistisch

> Is het doel haalbaar?
> Is het plan uitvoerbaar: zijn de stappen richting het doel aanvaardbaar en haalbaar voor alle betrokkenen?
> Zijn de kennis, mogelijkheden en middelen aanwezig om het doel te behalen?
> Is het doel niet te eenvoudig te behalen (waardoor bepaalde acties niet nodig zijn) 
> Is het doel relevant, oftewel zinvol voor je cliënt?

Slide 15 - Slide

T = tijdgeboden

> Wanneer starten de activiteiten?
> Wanneer worden de acties beëindigd?
> Wanneer is het doel behaald?

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  •  Kan je met de cliënt en naastenbetrokkenen bespreken wat ze anders zouden willen zien in hun leven.
  • Kan je het begrip PES uitleggen.
  • Weet hoe je integraal werkt vanuit een ondersteuningsvraag.
  • Kun je het de SMART methode uitleggen en benoemen waar de letters voor staan. 





 

Slide 17 - Slide

Vooruitblik
Huiswerk:

Lees thema 4 uit je boek Methodisch handelen. 
Maak de portfolio opdracht week 12 in Teams: Gülistan

Volgende week:
Verder met behoeften en doelen formuleren, SMART-methode

Slide 18 - Slide