Les 4. Voedselrelaties

 Voedselrelaties
Trede 03 - Voedselrelaties
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2,4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Voedselrelaties
Trede 03 - Voedselrelaties

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • de voedselkringloop uitleggen.
  • de relaties tussen producenten en consumenten uitleggen.
  • organismen schikken in een voedselketen, een voedselkringloop en een voedselweb.
  • een voedselpiramide omschrijven en uitleggen.
  • uitleggen wat successie is en de situatie in je eigen gebied beschrijven






Slide 2 - Slide

Ecosysteem
Alle biotische en abiotische factoren samen

Slide 3 - Slide

Levensgemeenschap
Alle verschillende soorten organismen in een gebied

Slide 4 - Slide

Populatie
Alle dieren van dezelfde soort in 1 gebied

Slide 5 - Slide

Individu
1 organisme

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 8 - Slide

Producenten
Produceren hun eigen voedingsstoffen
Planten

Slide 9 - Slide

Zet deze organismen in volgorde van 'gegeten worden'.

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Voedselketens combineren

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat met organismen die een natuurlijke dood sterven?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Voedselkringloop

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Biomassa
Voedselpiramide:

  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 23 - Slide

Hoeveel schakels heeft deze voedselketen?
A
4
B
5
C
9
D
3

Slide 24 - Quiz

Wat betekent een pijl in een voedselketen?
A
Eet
B
Leeft samen met
C
Wordt gegeten door
D
Jaagt samen met

Slide 25 - Quiz

Dit is een...
A
Producent
B
Consument
C
Afvaleter
D
Reducent

Slide 26 - Quiz

Dit is een...
A
Producent
B
Consument
C
Afvaleter
D
Reducent

Slide 27 - Quiz

Dit is een...
A
Producent
B
Consument
C
Afvaleter
D
Reducent

Slide 28 - Quiz

Producent
Consument
Reducent
Voedingsstoffen maken
Resten afbreken tot mineralen
Voedingsstoffen gebruiken

Slide 29 - Drag question

Wie is wie? sleep de juiste afbeelding naar de juiste plek.

afvaleter
reducent
consument
producent

Slide 30 - Drag question

Waar
Niet waar
Dieren zijn consumenten.
Een plant is een consument.
Biomassa is de totale massa dat producten eten.
Planten en schimmels zijn allebei. reducenten.
Schimmels en bacteriën zijn reducenten.
In de cellen met bladgroekorrels vindt fotosynthese plaats.
Een voedselketen eindigt altijd met een plant.

Slide 31 - Drag question

Afvaleters
Consumenten
Reducenten

Slide 32 - Drag question

rotsen
een kaal stuk rots kan gaan verweren door wind, regen en vorst.

er ontstaan kleine scheurtjes,
hierin kan mos groeien.

tussen het mos kunnen organismes gaan leven en zo ontstaat er nieuwe ecosysteem

Slide 33 - Slide

pionierecosysteem
eerste ecosysteem wat ontstaat op onbegroeid terrein

 weinig verschillende soorten 
veel individuen 
eenvoudig voedselweb

Slide 34 - Slide

humus
ontstaat na sterven van planten
humus = vergane dode resten en reducenten
bevat veel mineralen
vestiging planten op humus 
verdwijning mossen




Slide 35 - Slide

Welke van onderstaande factoren is een abiotische factor
A
meststoffen
B
humus
C
plankton
D
predatoren

Slide 36 - Quiz

Successie



  • = op(een)volging
  • verandering van soortensamenstelling
  • van Pionierecosysteem
  • via Humus
  • naar Climaxecosyssteem

Slide 37 - Slide

struiken komen en grotere dieren
uiteindelijk komt er bos: het climaxecosysteem

Slide 38 - Slide

Voedselweb
Pioniersecosysteem
Climaxecosysteem
Biodiversiteit
Abiotische factoren
Eenvoudig
Ingewikkeld
Klein
Groot
Sterk wisselend
Stabiel

Slide 39 - Drag question

Successie
Levensgemeenschappen volgen elkaar op. Tot een stabiel ecosysteem ontstaat: climaxecosysteem.

Pioniersecosysteem: eerste organismen die zich vestigen.
Subclimax: ecosysteem in een successiereeks instantgehouden door mensen.

Slide 40 - Slide

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 41 - Quiz

Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 42 - Quiz

verschil primaire en secundaire successie

Slide 43 - Slide

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 44 - Quiz

voorbeelden
strand -> duinen -> bos
zand -> heide -> bos
plas -> veen/moeras -> bos
rots onder water -> koraalrif
kale grond -> steppe/prairie -> (regen)woud

Slide 45 - Slide

veel lichte zaden
weinig, maar grote zaden

Slide 46 - Slide

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 47 - Quiz

Populier
Beuk

Slide 48 - Slide

Welk type boom kan het best tegen extreme weersomstandigheden?
A
populier, de pionier
B
beuk, de pionier
C
populier, de climaxsoort
D
beuk, de climaxsoort

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Slide

Lesdoelen
  • de voedselkringloop uitleggen.
  • de relaties tussen producenten en consumenten uitleggen.
  • organismen schikken in een voedselketen, een voedselkringloop en een voedselweb.
  • een voedselpiramide omschrijven en uitleggen.
  • uitleggen wat successie is en de situatie in je eigen gebied beschrijven






Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide