5.1 BIOT Hematologie

P5 Basisanalist: Hematologie
Bloed en bloedcellen
Bronnen
  • BIOP basis 5 : betrouwbare resultaten onderdeel  Hematologie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

P5 Basisanalist: Hematologie
Bloed en bloedcellen
Bronnen
  • BIOP basis 5 : betrouwbare resultaten onderdeel  Hematologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

P5 Basisanalist: Hematologie
Inhoud

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Samenstelling bloed 
Verschil tussen plasma en serum
Plasma: bloedvloeistof MET stollingseiwitten
Serum: bloedvloeistof ZONDER stollingseiwitten
P5 Basisanalist: Hematologie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Het afweersysteem is 2 ledig 
A-specifieke afweersysteem
1ste lijns afweer
Ons lichaam heeft 3 barrieres tegen mogelijke indringers. 
  • mechanische
  • biologische
  • chemische
2de lijns afweer
Als er toch indringers doordringen, schieten fagocyterende 
witte bloedcellen te hulp en ontstaat er een ontstekingsreactie. 
  • Monocyten
  • Neutrofiele granulocyten
Specifieke afweersysteem
Als de a-specifieke afweer de indringer niet onschadelijk kan maken, dan gaat plan B in werking. De specifieke afweer (lymfocyten) worden ingeschakeld. 
2 soorten lymfocyten:
  • T-lymfocyten: ruimen geinfecteerde cellen op
  • B-lymfocyten: maken antistoffen. Deze maken de indringer onschadelijk.

Slide 4 - Slide

A-specifieke afweer:
De eosinofiele en basofiele granulocyt spelen een rol bij allergische reacties. 

Specifieke afweer:
De T-lymfocyt ruimt naast geïnfecteerde cellen ook kankercellen. 
K0377 Verdieping biologie
Hoogtepunten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Antigenen
Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen.
Deze stoffen zetten het immuunsysteem/ afweersysteem aan.
Als antigenen door onze natuurlijke                     breken en de fagocyten niet 'sterk' genoeg zijn, wordt het specifieke afweersysteem aangezet. De                       worden actief.
Antistoffen/ antilichamen worden aangemaakt

Lymfocyten
Welke type lymfocyt gaat antilichamen maken?
Barrieres
Welke barrieres ken je? 
Antilichaam
Antichamen zijn eiwitten die worden gemaakt door de geactiveerde 
B-lymfocyt. Er bestaan verschillende namen voor een  'antilichaam'. 
  • Antistof
  • Antilichaam
  • Immuunglobuline (Ig)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Typen antistoffen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Immunochemie
Analysetechnieken waarbij antistoffen/ antilichamen worden gebruikt als gereedschap.
  • Bloedgroep bepalingen
  • ELISA (Enzyme Linked Immunosorbent Assay)
  • Latex-agglutinatie test

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Antilichaam als gereedschap (anti-sera)
Monoclonale antistof productie
  • Muis wordt ingespoten met antigeen (naar keuze)
  • B-lymfocyten worden geactiveerd
  • Plasmacellen ontwikkelen
  • Muis wordt geofferd
  • Plasmacellen fuseren met onsterfelijke tumorcellen
  • Plasmacellen in lab doorkweken
  • Gereedschap gemaakt en te koop!
Polyclonale antistof productie
  • Proefdier wordt ingespoten met antigeen (naar keuze)
  • Immuunreactie start
  • Bloed wordt afgenomen
  • Het serum van het proefdier bevat antistoffen
  • Het serum is nu gereedschap geworden en te koop

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Analysetechnieken gebaseerd op de vorming van : 

Antigeen-antilichaam complex

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
I: Bloedgroepbepaling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van bloedgroepen?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Samenstelling bloed 
Verschil tussen plasma en serum
Plasma: bloedvloeistof MET stollingseiwitten
Serum: bloedvloeistof ZONDER stollingseiwitten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Uitvoeren op ery's en plasma patiënt
Isolatie rode erytrocyten en plasma
Een bloedgroepbepaling wordt uitgevoerd op erytrocyten en plasma
  • Het bloed van de patient wordt gecentrifugeerd.
  • Het plasma en witte bloedcellen worden gescheiden van de ery's
  • Het plasma wordt apart gehouden
  • De ery's worden opgenomen in Fysiologisch zout. Waarom? 
Moet uitgevoerd worden op een patiënt in geval van:
  • Bloedtransfusie (patiënt ontvangt rode bloedcellen)
  • Transplantatie
Bloedgroep bepaling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
De ery's en plasma van de patiënt
De ery's van de patiënt bevatten antigenen en het plasma van dezelfde patiënt bevat antilichamen tegen antigenen die 
NIET op de ery's aanwezig zijn. Dit is erfelijk bepaald. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Praktijk: Vaststellen bloedgroep A
ABO bloedgroepen stelsel
Agglutinatie/ klontering
In de bloedgroepbepaling treedt agglutinatie op.
Dit is een 'samenklontering van ery's'.

Deze wordt veroorzaakt door de binding van antilichamen, aanwezig in het testserum, aan de bloedgroep antigenen op de ery's van de patiënt . 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe anti-sera worden getest op verschillende bloedgroepen. Welke uitslagen verwacht je?

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Nieuwe test-ery's worden getest op plasma van verschillende bloedgroepen. Welke uitslagen verwacht je?

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Opdracht: 
Hoe zien de uitslagen eruit voor het vaststellen van bloedgroep B, AB en O? 
Laat dit zien m.b.v. agglutinatie uitslagen in een schema zoals bij 'vaststellen bloedgroep A 
Tip: Maak gebruik van de sleepvragen'
Uitwerking opdracht
Tip:
Het plasma van een patiënt bevat geen antilichamen gericht tegen antigenen aanwezig op zijn eigen ery's!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Rhesusstelsel: Rh factor (antigeen D)

Rode bloedcellen kunnen nog een antigeen op de ery's hebben.  
  • De rhesusfactor (Rh) ook wel antigeen D genoemd. 
  • Mensen die Rh negatief zijn, hebben van nature GEEN antilichamen in het plasma. Dit in tegenstelling tot de ABO bloedgroepen.
  • Dit kan problemen geven bij zwangerschappen
Waarom?
Als moeder Rh- is en de eerste baby Rh+ en de moeder tijdens de eerste bevalling in aanraking komt met bloed van de baby, dan maakt ze antilichamen aan tegen antigeen D.

Bij een 2de zwangerschap waarbij de baby Rh+ is kunnen de antilichamen (IgG) de placenta passeren. 
Bij de baby ontstaat dan agglutinatie in het bloed.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Praktijk: Vaststellen Rh-factor (antigeen D)
IgM
Pentameer = 10 bindingsplaatsen voor antigenen. 
Bij een pos reactie: Er ontstaat een netwerk van ery's die aan elkaar 'plakken'. Dit wordt agglutinatie genoemd. 
IgG
Monomeer: bevat 2 bindingsplaatsen
Bij een positieve reactie ontstaat er een netwerk van ery's. 
Dit wordt agglutinatie genoemd. 
Dit netwerk is 'zwakker' dan bij (IgM) en daardoor lastiger te zien. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Opdracht: 
Hoe zien de uitslagen eruit voor het vaststellen van bloedgroep AB+ en B-
Laat dit zien m.b.v. agglutinatie uitslagen in een schema zoals bij 'vaststellen bloedgroep A 
Tip: Maak gebruik van de sleepvragen' en slide 
'Vaststellen Rh-factor'
Uitwerking opdracht
CCM: Coombs controle medium. Deze moet negatief zijn! 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Opdracht: 
Van welke donor kan worden ontvangen? 
1: Vul het schema in.
2: Wat valt je op? 
3: Schrijf dit op in je eigen woorden

Uitwerking opdracht

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
II : ELISA
Enzyme Linked ImmonoSorbent Assay
ELISA
Snelle en specifieke analyse methode om:
  • Antigenen of antilichamen aan te tonen in diverse monsters. Bv: Bloed, plasma, serum, voedsel, urine.
  • Een immuuncomplex wordt gevormd op een vaste 'drager'. 
  • Een enzymreactie zorgt voor aantoningsreactie
  • Er onstaat een oplosbaar gekleurd product
  • Spectrofotometrisch te meten
  • Met blote oog waarneembaar

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van enzymen?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
2 uitvoeringsvormen van de ELISA techniek
Conjugaat
Conjugaat: 
Antistof met daaraan gekoppeld een enzym.
Het enzym zorgt voor een kleurreactie. 
Het product is oplosbaar
Spectrofotometrisch te meten of met oog zichtbaar

Slide 27 - Slide

  • Wat is het verschil tussen een directe en indirecte ELISA? 
K0377 Verdieping biologie
Kwantitatieve of kwalitatieve ELISA's
Hoeveel is aanwezig?
  • Concentratie AL of Ag
  • Hoeveel micro-organismen
  • Meting m.b.v. spectrofotometer
  • Is er verschil in kleursterkte?
 
Is er Ag of AL aanwezig?
Antwoord is alleen te beantwoorden met JA of NEE
  • Ontstaat er kleur? 

AL: Antilichaam   Ag: Antigeen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Praktijk: Uitvoering ELISA

Slide 29 - Slide

  • Kan een 'antilichaam' ook antigeen zijn? 
  • Teken een praktische schema waarmee in met een indirecte ELISA anilichamen aangetoond worden. 
0

Slide 30 - Video

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
III : Latex agglutinatie-test met bacteriën
  • Immuuncomplexen van bacteriën en antilichamen zijn erg klein en met blote oog niet zichtbaar. 
  • Zichtbaar maken door Latexbolletjes te coaten met antilichamen tegen specifieke bacterie 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Praktijk: Latex agglutinatie test voor E-coli O157
  • Er zijn verschillende soorten E coli
  • O157 is een 
  • De latex-test bevat latexbolletjes met daarop antilichamen tegen het O157 sero-type
Sero-type
Alle E-coli stammen verschillen minimaal ten opzichte van elkaar. 
Ze verschillen in het type antigenen die aanwezig zijn op hun celwand. 
Minimale verschillen binnen een zelfde groep worden sero-typen genoemd. 
Latex agglutinatie testkit
De kit bevat:
  • Test latex: bolletjes met antilichamen (AL) tegen E-coli O157
  • Controle latex: bolletjes met AL tegen O116
  • Positieve controle: Geïnactiveerd E-coli O157
  • Negatieve controle: E-coli O116 met E-coli O116 antigenen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

K0377 Verdieping biologie
Praktijk: Latex agglutinatie test voor E-coli O157
Uitvoering
  • Latex aanbrengen
  • Fysiologisch zout aanbrengen
  • Verdachte koloniesuspensie met testlatex mengen
  • Binnen 1 min moet agglutinatie zichtbaar zijn
3 Controles:
  • Controle latex moet neg zijn
  • Pos controle moet pos zijn
  • Neg controle moet neg zijn

Slide 33 - Slide

This item has no instructions