Hemolyse, differentiëren leukocyten, analyse van rode bloedcellen
Slide 2 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Functie van het bloed
Noodzaak van bloed
Eencelligen
Opname nutriënten en O2 en afvoer van afvalstoffen en CO2 door:
Diffusie
Osmose
Actief transport
Stroming in het cytoplasma zorgt voor transport in de cel
Zoogdieren
Bestaan uit meerdere cellagen
Daardoor zijn de processen diffusie, osmose en actief transport NIET toereikend voor de opname van nutriënten/ O2 en afvoer van afvalstoffen en CO2
De en daarmee het bloed heeft als functie:
Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
Bloedsomloop
Slide 3 - Slide
Samenstelling bloed
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Slide 4 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Aanmaak bloedcellen
Bloedcellen worden gemaakt vanuit stamcellen aanwezig in het beenmerg.
Afhankelijk van de aanwezigheid van juiste hormonen en groeifactoren kunnen stamcellen 'rijpen' tot
Leukocyten
Trombocyten
Erytrocyten
Slide 5 - Slide
Bestanddelen van het bloed
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Verschil tussen plasma en serum
Plasma: bloedvloeistof MET stollingseiwitten
Serum: bloedvloeistof ZONDER stollingseiwitten
Bloedplasma
Bloedplasma
Bloedvloeistof ZONDER cellen
Bevat 3 eiwitten: Albumine, Globuline en Fibrinogeen
Bevat opgeloste stoffen: zouten
Functie
Transport van nutriënten en afvalstoffen
Slide 6 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Leukocyten
Leukocyten = witte bloedcellen
Leukocyten zijn in te delen in 3 groepen:
1: Granulocyten
Neutrofiele granulocyten
Eosinofiele granulocyten
Basofiele granulocyten
2: Lymfocyten
3: Monocyten
Zijn onmisbaar bij het bestrijden van infectieziekten.
Zijn vervormbaar waardoor ze makkelijk de bloedbaan kunnen verlaten en infecties ter plaatse kunnen bestrijden.
Het aantal witte bloedcellen in het bloed neemt toe als er een infectie gaande is.
Granulocyten
Cytoplasma zit vol met korrels (granula)
Dit zijn lysosomen.
Zijn fagocyterende cellen (fagocyten)
Gefagocyteerd materiaal zoals bacteriën,
worden door de inhoud van de lysomen vernietigd.
Lymfocyten
Ten opzichte van de celgrootte een grote kern.
Zeer beweeglijk, maar fagocyteren bijna niet.
Er zijn 2 soorten die microscopisch NIET te onderscheiden zijn.
B-lymfocyten
T-lymfocyten
Monocyten
Hoefijzervormige kern
Sterk fagocyterende cellen
Zeer beweegelijk/ vervormbaar
Verlaten de bloedbaan makkelijk
Buiten de bloedbaan heten deze cellen Macrofagen
Slide 7 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Trombocyten
Trombocyten = bloedplaatjes
Zijn celfragmenten i.p.v echte cellen
Spelen een belangrijke rol bij de stolling van het bloed.
Bij beschadinging bloedvat, trombokinase komt vrij, oplosbaar fibrinogeen wordt omgezet in onoplosbaar fibrine (korstje)
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Erytrocyten
Erytrocyten = rode bloedcellen
Belangrijk bij het transport van O2 en CO2 (= gaswisseling)
O2 nodig voor verbranding voeding/ nutriënten t.b.v. energie
CO2 is afvalproduct van de verbranding. Dat wordt uitgeademd
Slide 10 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Bouw Rode bloedcel (RBC)
De vorm van de RBC: biconcaaf (donut)
Kunnen makkelijk vervormen
Bezitten GEEN kern en mitochondriën
Gevuld met het eiwit Hemoglobine (Hb = zorgt voor de rode kleur)
Bevat 4 heemgroepen waarin een ijzer-ion gebonden is. Dat zijn de bindingsplaatsen voor O2
De levensduur is ca. 100-120 dagen
Slide 11 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Praktijk hematologie
Bloedafname: Type bloedafnamebuizen
Keurocodes
De analist heeft bij de afname van bloed keus uit verschillende afnamebuizen. De keus van de buizen bij afname is afhankelijk van de analyse die op het bloed uitgevoerd wordt. De juiste buis is te kiezen op basis van de kleur van de dop.
Ook de volgorde van de kleuren bij afname is van belang om storende 'carry-over' te voorkomen.
De buizen met anti-stollingsmiddelen zijn:
* Paars: EDTA
* Groen: Heparine
* Licht blauw: Citraat
Slide 12 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Voorbewerking van bloed
Centrifugeren
Scheidingstechniek op basis van dichtheid
Waar te nemen resultaten voor in het labjournaal
Kleur van het plasma of serum
Het is belangrijk om de kleur van het plasma of serum te bekijken en de waarneming te noteren in het labjournaal.
De kleur van het plasma laat mogelijk verbanden zien tussen de klacht van de patiënt en de uitslagen van de analyse.
De dikte van de leukcyten laag
Als het laagje leukocyten (buffy coat) 'dik' is, kan dit een aanwijzing zijn voor een verhoogd aantal leukocyten.
Deze aanwijzing zou dan in overeenstemming moeten zijn met een dif. (praktijk differentiëren van leukocyten)
Slide 13 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Praktijk: differentiëren leukocyten
Doel: Je kunt de cellen microscopisch herkennen
Je kunt de functie van de bloedcellen beschrijven
Je kunt het begrip 'referentiewaarde' uitleggen
Zie de opdracht in BIOP 2.1 basis en maak deze in het labjournaal
Slide 14 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Praktijk: hemolyse
Doel: Je kunt uitleggen in welke vloeistof bloed verdunt moet worden
Zie de opdracht in BIOP 2.1 basis en maak deze in het labjournaal
Slide 15 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Praktijk: analyse rode bloedcellen
Doel:
Doelen: Je kunt de functie van de bloedcellen beschrijven
Je kunt het begrip 'referentiewaarde' uitleggen
Je kunt je eigen resultaten beoordelen op betrouwbaarheid
Jullie kunnen uit de groepsresultaten 1 betrouwbare uitslag produceren
Jullie kunnen de groepsresultaten visueel weergeven en daarbij uitleg geven
Zie de opdracht in BIOP 2.1 basis en maak deze in het labjournaal
Slide 16 - Slide
P2.1 Basisanalist: Hematologie
Praktijk: erytelling
Zie de opdracht in BIOP 2.1 basis en maak deze in het labjournaal