B3I - Hoofdstuk 2, Paragraaf 2

Paragraaf 2: Arme en rijke mensen in de Verenigde Staten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2: Arme en rijke mensen in de Verenigde Staten

Slide 1 - Slide

De Verenigde Staten in de statistieken erg rijk!

Slide 2 - Slide

Een welvarend land
Het bruto nationaal product (bnp) van de Verenigde Staten is heel hoog.
Dat is de waarde van alle goederen en diensten die in één jaar worden gemaakt.
We kunnen ook kijken naar het bruto nationaal product (bnp) per inwoner. Dan kijk je naar wat een persoon gemiddeld verdiend.

Slide 3 - Slide

In welk land is het BNP het hoogst?
A
Amerika
B
Zuid Afrika
C
Brazilië
D
China

Slide 4 - Quiz

Welzijn
Het BNP gaat over welvaart, maar het bekijken van het welzijn is ook goed. In Amerika is dit in het algemeen goed.

De levensverwachting is bijvoorbeeld erg hoog, vergeleken met een land zoals Nigeria (80 jaar - 60 jaar).
Ook de schoolopleiding van een persoon spreekt over zijn/haar welzijn. In de VS gaat een persoon ongeveer 17 jaar naar school. In Nigeria niet meer dan 9.

Slide 5 - Slide

Wat kan nog meer het Welzijn verbeteren?

Slide 6 - Open question

Globalisering
Globalisering zorgt ervoor dat steeds meer goederen, geld en informatie wereldwijd wordt uitgewisseld. Dure producten worden ontworpen in rijke landen, maar gemaakt in landen waar de lonen laag zijn.
Hierdoor verdwijnt er wel werk in de VS, aangezien dit nu ergens anders gedaan wordt.

7 Miljoen Amerikanen zijn hierdoor werkloos. 44 miljoen Amerikanen leven zelfs onder de armoedegrens.

Slide 7 - Slide

Noem een voorbeeld van iets dat in de VS wordt ontworpen, maar in China wordt gemaakt.

Slide 8 - Mind map

Ongelijkheid
De welvaart is erg ongelijk verdeeld in de VS.

20% van de rijkste Amerikanen verdienen samen meer dan de helft van het totale Amerikaanse inkomen.

Het BNP is dus hoog, maar niet iedereen profiteert ervan. De armste Amerikanen hebben weinig koopkracht.
--> hoeveel een persoon kan kopen qua diensten of producten

Slide 9 - Slide

Hoezo zijn de inkomensverschillen in de VS zo groot vergeleken met Nederland.

Slide 10 - Open question