This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Combi les
Les 6/7
Sadiye Tas
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik vorige les + huiswerk check! (Thema Mediawijsheid + Conflictering)
Herhalen Reader: samen doorlopen
Herhalen Thema 16: Onderhandelen
Nieuw lesstof Thema 8: Overleggen
Zelfstandig aan de slag: maak de online oefeningen bij thema 8/15/16/21
Slide 2 - Slide
Omgaan met agressie
Agressie: het inzetten van fysiek of verbaal geweld om een doel te bereiken of frustratie te uiten”
Slide 3 - Slide
Belangrijke begrippen
Sub-assertief: Mensen die aan deze kant van de schaal staan, vinden hun eigen belangen minder belangrijk dan de belangen van anderen. Ze zullen dus aan zichzelf voorbij gaan om anderen te kunnen helpen.
Assertief: Assertieve mensen houden rekening met zichzelf en met anderen. Ze zoeken naar een win-win situatie of een alternatief waar iedereen mee kan leven.
Agressief: In deze variant wordt er alleen rekening gehouden met het eigen belang en juist nietmet de belangen van de ander. Er zal dan ook geprobeerd worden om de ander te beïnvloeden of te overheersen.
Agressie is in deze definitie dus een manier om je eigen doelen te bereiken.
Slide 4 - Slide
Soorten agressie
Binnen de psychologie worden er vier vormen van agressie gebruikt. Deze vormen zijn:
Expressieve agressie
Frustratie agressie
Instrumentele agressie
Onbeheerste agressie
Slide 5 - Slide
Expressieve agressie
Bij deze vorm van agressie is men vaak boos op de gehele situatie. Deze situatie is niet doelgericht en vaak ook niet op een specifiek persoon gericht.
Slide 6 - Slide
Frustratie agressie
Deze vorm van agressie ontstaat wanneer expressieve agressie uit de hand loopt.
Slide 7 - Slide
Instrumentele agressie
Deze vorm is voornamelijk bedoeld om een bepaald doel te bereiken.
Mensen zetten deze vorm bijvoorbeeld in wanneer ze voor hun gevoel niet goed genoeg geholpen worden.
Slide 8 - Slide
Onbeheerste agressie
Deze vorm van agressie kan spelen bij mensen met psychologische problemen.
bv: schizofrenie
Slide 9 - Slide
Thema 16: Onderhandelen
Onderhandelen bevat een aantal kenmerken
Er zijn twee of meer partijen.
De partijen zijn wederzijds afhankelijk.
De partijen hebben verschillende belangen, zienswijzen en standpunten.
De partijen willen tot overeenstemming komen.
Slide 10 - Slide
Thema 8: Overleg
Wat is overleg?
Slide 11 - Slide
Soorten overleg
Formeel overleg: officieel of volgens de regels. Formeel overleg wordt gepland en meestal ook voorbereid met bijvoorbeeld een agenda
Informeel overleg: niet-officieel of ongedwongen. Spontaan plaatsvinden, zonder voorbereiding
Slide 12 - Slide
Vooroverleg: Informeel overleg dat - in kleine kring - plaatsvindt voorafgaand aan een formeel overleg.
Er zijn verschillende motieven voor een vooroverleg:
Veel verschillende meningen
Voorkomen van ordeloosheid
Beperken aantal deelnemers.
Slide 13 - Slide
Raamagenda
1. Opening
2. Bespreking
3. Mededelingen
4. Ingekomen en uitgaande stukken
5. Discussiepunt 1
6. Discussiepunt 2
7. Discussiepunt 3
8. Wat verder ter tafel komt.
9. Rondvraag
10. Sluiting
Slide 14 - Slide
Wat weet je over mediawijsheid? denk aan: definitie / vormen mediawijsheid etc.
Slide 15 - Open question
Thema 21: Mediagebruik
Nadelen en gevaren online media
Grooming is digitaal kinderlokken.
Sexting is het digitaal versturen van seksueel getinte content.
Doxing= persoonlijke informatie op sociale media wordt gedeeld met kwade bedoelingen
Als sociaal werker heb je, zonder toestemming van de cliënt (of zijn vertegenwoordiger), geen toegang tot de socialmedia-accounts van de cliënt.