bs 3.4 het uitscheidingsstelsel

Jeltje is huisarts en beluistert bij haar patiënten regelmatig de hartslag met een stethoscoop. Bij elke hartslag hoort ze eerst een doffe toon die wordt gevolgd door een heldere toon.

Waardoor worden deze harttonen veroorzaakt?
Een bloedstolsel uit een beenader wordt met het bloed naar de longen vervoerd.

Welke delen van het hart is het stolsel daarbij gepasseerd?
Hoe heten de kleppen tussen de rechterkamer naar de longslagader?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Jeltje is huisarts en beluistert bij haar patiënten regelmatig de hartslag met een stethoscoop. Bij elke hartslag hoort ze eerst een doffe toon die wordt gevolgd door een heldere toon.

Waardoor worden deze harttonen veroorzaakt?
Een bloedstolsel uit een beenader wordt met het bloed naar de longen vervoerd.

Welke delen van het hart is het stolsel daarbij gepasseerd?
Hoe heten de kleppen tussen de rechterkamer naar de longslagader?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

leerdoelen


Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 3 - Slide

het uitscheidingsstelsel
bs 3.4

Slide 4 - Slide

Wat heeft uitscheiding met het thema bloed en bloedsomloop te maken? Geef in 1 minuut een antwoord op deze vraag. Ook als je het niet zeker weet.

Slide 5 - Open question


Wat heeft uitscheiding met het thema bloed en bloedsomloop te maken?

Slide 6 - Slide

uitscheidingsorganen

Slide 7 - Slide

Nieren

Slide 8 - Slide

Nieren

Slide 9 - Slide

De nieren
  • De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen/zouten en overtollig water
  • Dit samen heet urine

Slide 10 - Slide

Nierbekkens
In de nierbekkens wordt urine verzameld. Via de urinleleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas 
In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. 


Slide 11 - Slide

Doorbloeding nieren


hart -> 

aorta -> 

nierslagader ->   

haarvaten rond nierbuisjes  ->  nierader -> 

onderste holle ader -> 

hart




Slide 12 - Slide

Nier    
Niermerg en nefronen

Slide 13 - Slide

Elke dag wordt er  180 liter bloed gefilterd!
Elke dag 
plas je ongeveer
1,5 liter urine 

Slide 14 - Slide

Urine

Elke dag produceer je  ±180 liter voorurineNa terugresorptie blijft er maar 1% voorurine over: 1,5 - 2L urine.


Ong. 178L water, 1,5kg keukenzout en 270gr glucose teruggeresorbeerd. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 19 - Quiz

welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 20 - Quiz

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzamelt?
A
niermerg
B
nierschors
C
nierbekken
D
nierader

Slide 21 - Quiz

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 22 - Quiz

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
nierader

Slide 23 - Drag question

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 24 - Drag question

opdrachten

volgende week SO b 3.1  t/m  3.3

Slide 25 - Slide