Beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Beeldspraak h1 en H2

Het staat er wel, maar ik bedoel het niet letterlijk zo.

Wat wordt ermee bedoeld?

Hoe weet ik wat het is?

Wat is hét gemeenschappelijke kenmerk van een vergelijking, een metafoor en een personificatie?

Wanneer spreken we van een metoniem?

Hoe/waardoor ontstaat een metoniem?

De leerling vloog naar huis

1. metafoor
2. metonymie
3. vergelijking
4. personificatie

Engeland is in rouw

1. metafoor
2. metonymie
3. vergelijking
4. personificatie

het vriest! We binden de ijzers onder

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie
4. metonymie

Mijn opa heeft de conditie van een dijk

1. vergelijking
2. personificatie
3. metonymie
4. metafoor

Oranje verloor met grote cijfers

1. metonymie en metafoor
2. metonymie en metonymie
3. metafoor en vergelijking
4. vergelijking en metonymie

Voetbal is oorlog

1. metafoor
2. metonymie
3. vergelijking
4. personificatie

De kamer stelde kritische vragen

1. metafoor
2. vergelijking
3. metonymie
4. personificatie

mijn telefoon slaapt eerder dan ik

1. metafoor
2. vergelijking
3. metonymie
4. personificatie

Ruim die zwijnenstal op!

1. metonymie
2. metafoor
3. vergelijking
4. personificatie

het schip danst op de golven

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. metonymie

afgaan als een....

stelen als ...

En nu...lezen (voor de lol)

Margje Woodrow

Fake trip

www.bing.com