Leçon 1: se présenter

• Frans
• Buitengewoon secundair onderwijs

Bienvenue! 

Je m'appelle Christelle.

1. Ik ben Christelle.
2. Ik heet Christelle.
3. Mijn mama heet Crhistelle.
4. Mijn mama heet Christelle.

Je suis Louise.

1. Ik ben Louise.
2. Ik heet Louise.
3. Mijn naam is Louise.

Je m'appelle...

J'ai 43 ans.

1. Mijn huisnummer is 43.
2. Ik ben 43 jaar oud.
3. Mijn schoenmaat is 43.
4. Ik werk al 43 jaar.

J'ai vingt-sept ans.

1. Ik ben 7 jaar.
2. Ik ben 17 jaar.
3. Ik ben 27 jaar.
4. Ik ben 37 jaar.

J'ai ... ans.

Je suis mariée.

1. Ik ben gescheiden.
2. Ik ben samenwonend.
3. Ik ben alleenstaand.
4. Ik ben getrouwd.

Je suis cohabitant.

1. Ik ben gescheiden.
2. Ik ben samenwonend.
3. Ik woon bij mijn ouders.
4. Ik ben getrouwd.

J'ai 2 enfants.

1. Ik heb twee honden.
2. Ik heb twee dochters.
3. Ik heb twee zonen.
4. Ik heb twee kinderen.

J'ai un enfant.

1. Ik heb twee kinderen.
2. Ik heb geen kinderen.
3. Ik heb één kind.
4. Ik heb drie kinderen.

J'ai un chien Guus.

1. Ik heb een poes Guus.
2. Ik heb een hond Guus.
3. Ik heb een paard Guus.
4. Ik heb een cavia Guus.

J'ai deux lapins.

1. Ik heb twee konijnen.
2. Ik heb vier konijnen.
3. Ik heb vier katten.
4. Ik heb twee katten.

J'ai un/une ...

J'aime nager.

1. Ik ga graag paardrijden.
2. Ik ga graag zwemmen.
3. Ik ga graag lopen.
4. Ik ga graag wandelen.

J'aime cuisiner.

1. Ik wandel graag.
2. Ik dans graag.
3. Ik bak graag.
4. Ik kook graag.

J'aime ...

Ma couleur préférée est le bleu.

1. Mijn auto is rood.
2. Mijn lievelingstrui is blauw.
3. Mijn lievelingskleur is blauw.
4. Mijn lievelingskleur is groen.

Ma couleur préférée est le rose.

1. Mijn lievelingskleur is blauw.
2. Mijn lievelingskleur is paars.
3. Mijn lievelingskleur is roze.
4. Mijn lievelingskleur is geel.

Ma couleur préférée est le ...