Thema 7 / Taak 1 Wanneer is het spreekuur?

Thema 7 / Taak 1 Wanneer is het spreekuur?

Wat gaan we doen?
Welke lichaamsdelen ken je? / Grammatica: oefenen met scheidbare werkwoorden + inversie (herhaling) / Link doe de taak / Wat weet je over het gezondheidssysteem in Nederland? / huiswerkopdrachten bespreken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 7 / Taak 1 Wanneer is het spreekuur?

Wat gaan we doen?
Welke lichaamsdelen ken je? / Grammatica: oefenen met scheidbare werkwoorden + inversie (herhaling) / Link doe de taak / Wat weet je over het gezondheidssysteem in Nederland? / huiswerkopdrachten bespreken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het Lichaam

Slide 3 - Mind map

Persoon/ding/dier *
Persoonsvorm*
Wanneer
(tijd)
Wat 
Waar
(plaats)
Ik 
loop 
elke dag 
5 km 
in het bos
Mijn oma 
kookt 
op zondag 
kippensoep 
in de keuken 
De poes 
eet 
nu 
vis 
bij het water. 
woordvolgorde (herhaling)
* persoonsvorm (verbum infinitum)/ activiteit; heeft betrekking op het subject. 
* subject; wie? wat?

Slide 4 - Slide

subject

persoonsvorm

wanneer
(tijd)
wat
waar
(plaats)
infinitief
Ik
wil
elke dag
5 km
in het bos
lopen
Mijn oma
moet
op zondag
kippensoep
in de keuken
koken
De poes
gaat
nu
vis
bij het water
eten
woordvolgorde : een zin met twee werkwoorden (herhaling)

Slide 5 - Slide

Wanneer
Persoonsvorm

subject
wat
waar
infinitief
Elke dag
wil
ik
5 km
in het park
lopen
Op zondag
moet
mijn oma
kippensoep
in de keuken
maken
Nu
gaat
de poes
vis
bij het water
eten
woordvolgorde: de zin met twee werkwoorden en inversie  (tijd)

Slide 6 - Slide

waar
(plaats)

persoonsvorm

subject
wanneer
wat
infinitief
In het bos
wil
ik
elke dag
5 km
lopen
In de keuken
moet
mijn oma
op zondag
kippensoep
koken
Bij het water
gaat
de poes
nu
vis
eten
woordvolgorde: de zin met twee werkwoorden en inversie  (plaats)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

mogelijke werkwoorden:
oversteken
weggaan
meenemen
ophalen
dichtdoen
uitnodigen
langskomen
afspreken
mogelijke plaats / tijd woorden
tegenover
voor
naast
achter
eerst
morgen
straks
nu

Slide 9 - Slide

Maak 2 zinnen. Pas in 1 zin inversie toe.
Gebruik scheidbare werkwoorden.
Maak de zinnen zo lang als je kunt!

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Link

Wat heb je geleerd?

belangrijke lichaamsdelen
het gezondheidssysteem in Nederland
hoe vind ik een huisarts
zinnen 2.0: met inversie en scheidbare werkwoorden!

Slide 12 - Slide

HUISWERK OP PAPIER

Vandaag ________ jij in de les (zijn)
Twee maanden __________ jij in de stad (wonen)


bakken - Ali - in een restaurant - lekkere pizza's - bijna elke dag
zijn producten - Dit bedrijf - sinds kort - op internet - verkoopt

Muziekgroep
Iedereen

Slide 13 - Slide