1MH - week4 - les 3

Leerjaar 1 - DT5, week 4, les 3
DT5, week 3, les 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerjaar 1 - DT5, week 4, les 3
DT5, week 3, les 2

Slide 1 - Slide

Vocabulaire check!

Slide 2 - Slide

Wat is:

une verre d'eau
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Wat is:

la tartine
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Wat is:

les pommes de terre
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Wat is:

le sel
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Wat is:

le légume
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Hoeveelheid
Etens tijd
le pétit-déjeuner
un litre de
un kilo de
une verre de
le dîner
le déjeuner
le repas
un cent grammes de

Slide 8 - Drag question

Vertaal:
de ontbijtgranen

Slide 9 - Open question

Vertaal:
de maaltijd

Slide 10 - Open question

Vertaal:
een peer

Slide 11 - Open question

Vertaal:
de melk

Slide 12 - Open question

Grammatica check!

Slide 13 - Slide

Doen/maken
gaan
vont
font
vas
faites
fais
faisons
vais
allez

Slide 14 - Drag question

Hoe zeg je:

jij doet/maakt
A
il fait
B
tu vas
C
tu fais
D
vous avez

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je:

jullie doen/maken
A
vous faites
B
nous faisons
C
nous allons
D
vous allez

Slide 16 - Quiz

Hoe zeg je:

zij doet/maakt
A
elles font
B
elle fait
C
elle va
D
elles vont

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je:

wij gaan
A
ils font
B
vous allez
C
on va
D
nous allons

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je:

jij gaat
A
tu fais
B
tu as
C
tu vas
D
tu es

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je:

hij gaat
A
il va
B
il fait
C
ils font
D
il vont

Slide 20 - Quiz

Vertaal:
wij doen/maken

Slide 21 - Open question

Vertaal:
zij gaan

Slide 22 - Open question

Vertaal:
u gaat

Slide 23 - Open question

Vertaal:
ik maak

Slide 24 - Open question

Zinnen check!

Slide 25 - Slide

Maak de zin af:

Le midi, ...
A
...je suis végétarien
B
.. ma boisson préférée
C
...c'est une pomme
D
.. je bois du lait

Slide 26 - Quiz

Maak de zin af:

Au menu, il y a ..
A
...j'aime le pain
B
.. des pommes de terre
C
...une entrée
D
.. le dessert favori

Slide 27 - Quiz

Wat zeg je als:

je geen vlees eet
A
j'aime les céréales
B
je ne mange pas de viande
C
je préfère les croissants
D
je ne mange pas de pain

Slide 28 - Quiz

Wat zeg je als:

je aan tafel moet gaan zitten
A
j'ai soif
B
je fais la cuisine
C
à table!
D
j'ai faim

Slide 29 - Quiz

Wat zeg je als:

je liever vis eet
A
je préfère le poisson
B
je vais au restaurant
C
je mange des tartines
D
j'adore le légume

Slide 30 - Quiz

Vertaal:
Ik heb liever cola

Slide 31 - Open question

Vertaal:
Ik ga naar het restaurant

Slide 32 - Open question

Vertaal:
Ik drink koffie

Slide 33 - Open question

Vertaal:
Eet smakelijk!

Slide 34 - Open question

Fin! :)
Ga verder met je bouwstenen

Slide 35 - Slide