Specifieke eigenschappen voor een hoger niveau dan ervoor.
Populatie: dichtheid, geslachtverhouding, geboorte en sterfte cijfer
Levensgemeenschap: biodiversiteit en complexiteit
Slide 16 - Slide
Hoe noem je nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
A
Verschijnende eigenschappen
B
Organische eigenschappen
C
Emergente eigenschappen
D
Convergente eigenschappen
Slide 17 - Quiz
Leerdoelen 5.2 Organismen
Je kunt invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven.
Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren en hun onderlinge wisselwerking beschrijven.
Slide 18 - Slide
Macroklimaat en microklimaat
Klimaat is een combinatie van abiotische factoren, zoals temperatuur, licht, wind en water (neerslag). Vaak de gemiddelde temperatuur en neerslag over 30 jaar.
In grote gebieden op aarde heerst vaak hetzelfde klimaat (macroklimaat). In een gebied met hetzelfde macroklimaat kunnen abiotische factoren op verschillende plaatsen verschillen (microklimaat)
Slide 19 - Slide
Tolerantie
Tolerantie = Hoe goed kan een organisme overleven in een bepaald gebied. Makkelijk of moeilijk?
Slide 20 - Slide
Welke populatie overleeft het beste in een klimaat waarbij enorme temperatuur- schommelingen zijn?