What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
4.3 ongelijkheid in arme en rijke landen
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.3 ongelijkheid in arme en rijke landen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid en tussen de formele- en informele sector.
Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van de rijkdom van een gebied.
Je kunt met gegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.
Slide 2 - Slide
Hoe meet je welvaart?
A
Door het BNP, de VN-welzijnindex en de verdeling van de beroepsbevolking te meten
B
Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten
C
Door het BNP
D
Door het BNP, de koopkracht en de beroepsbevolking te meten.
Slide 3 - Quiz
Wat zijn centrum landen
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkeld landen in de periferie.
Slide 4 - Quiz
Ongelijkheid
Grote verschillen in welvaart in een land noemen we sociale ongelijkheid.
10% van de bevolking van Brazilië verdient 45% van het BNP.
Slide 5 - Slide
Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.
Argentinië als voorbeeld:
Rijke mensen rijden in grote auto's
Arme mensen wonen in krottenwijken
Arme mensen werken vaak in de informele sector
sociaal --> gaat over mensen
Slide 6 - Slide
Regionale ongelijkheid
Verschillen in welvaart en welzijn van
gebieden
binnen een land.
regio --> gaat over een gebied
Slide 7 - Slide
Land
Slide 8 - Slide
Formele sector
Officiele deel van de economie
Opbrengsten komen wel terecht in officiele statistieken
Groot in rijke landen
Slide 9 - Slide
Informele sector
Niet-officiele deel van de economie (
scharreleconomie
)
Opbrengsten komen niet terecht in de officiele statistieken
Groot in arme landen, klein in rijke landen
Slide 10 - Slide
Noem minimaal 2 banen in de informele sector.
Slide 11 - Mind map
Vier foto: welke sector?
Pak een pen of potlood
Je ziet vier foto's
Je krijgt 45 seconden
Schrijf op per foto of deze in de formele of informele sector is gemaakt.
Na de foto's krijg je een meerkeuze vraag en kies je het juiste antwoord.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat is het juiste antwoord?
A. 1 Informeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 formeel
B. 1 formeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 informeel
C. 1 formeel, 2 formeel, informeel, 4 formeel
Slide 14 - Open question
Huiswerk
Maak de opdrachten van 4.3.
Leer de bijbehorende begrippen.
Slide 15 - Slide
More lessons like this
H4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
June 2020
- Lesson with
13 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2022
- Lesson with
21 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
§4.3 (In)formele economie
May 2021
- Lesson with
10 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2023
- Lesson with
26 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
February 2022
- Lesson with
11 slides
§4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
May 2020
- Lesson with
14 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
March 2022
- Lesson with
21 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.3 herhaling Ongelijkheid in arme en rijke landen
April 2023
- Lesson with
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1