Deze SO telt niet mee voor een cijfer. Het doel is om te controleren of je de stof beheerst en om je goed voor te bereiden op de repetitie!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Formatieve SO 3.4 en 3.5 en H1
Deze SO telt niet mee voor een cijfer. Het doel is om te controleren of je de stof beheerst en om je goed voor te bereiden op de repetitie!
Slide 1 - Slide
De grote vis eet de kleine vis, de kleine vis eet een waterinsect en het waterinsect eet een waterplant. Hoe noem je dit?
A
voedselketen
B
voedselkringloop
C
voedselnet
D
voedselweb
Slide 2 - Quiz
Waterplanten zijn voor voedsel, maar geven ook zuurstof af. Zuurstof is een......
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 3 - Quiz
Een onderzoeker telt kievieten. Hij telt in een bepaald weidegebied zo'n 350 kievieten. Wat heeft hij onderzocht?
A
het ecosysteem
B
de populatie
C
de levensgemeenschap
Slide 4 - Quiz
De onderzoeker kijkt ook welke andere omstandigheden zoals wind en water er gelden in het weidegebied en welke andere organismen er leven. Wat onderzoekt hij?
A
Het ecosysteem
B
De populatie
C
De levensgemeenschap
Slide 5 - Quiz
Wat zijn de gevolgen van een grote populatie blauwe reigers voor de kikkers?
Slide 6 - Open question
Hiernaast zie je een voedselweb. Noteer een voedselketen die bestaat uit 4 schakels
Slide 7 - Open question
Door een ziekte sterven alle spechten. Welk gevolg heeft dat? Achmed zegt: 'De rupsen eten de eiken kaal.' Kas beweert: 'De haviken hebben geen voedsel meer.' Wie heeft er gelijk?
A
Achmed
B
Kas
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 8 - Quiz
Op de bladeren van 1 roos leven 100 bladluizen. Van deze bladluizen leven 10 lieveheersbeestjes. Hoe ziet de piramide van aantallen eruit?
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Hoe noemen we de afbeelding hiernaast?
A
Piramide van aantallen
B
Voedselketen
C
Piramide van biomassa
D
Voedselkringloop
Slide 10 - Quiz
Bekijk de afbeelding. De rupsen eten de bladeren en krijgen allerlei stoffen uit de bladeren binnen. Wat stelt het blauwe deel van de laag van de rupsen voor?
A
Alle stoffen in de rups die worden verbrand in de lichaamscellen
B
Alle stoffen waaruit de rups is opgebouwd
C
Alle stoffen die onverteerbaar zijn en als afvalstoffen zijn afgegeven.
Slide 11 - Quiz
Welke taak heeft elke groep in de voedselkringloop. Sleep de juiste taken naar de juiste groep.
Producenten
Consumenten
Reducenten
Maken voedingsstoffen door middel van fotosynthese
Gebruiken voedingsstoffen van de planten, geven voedingsstoffen door.
Zetten voedingsstoffen om in mineralen, water en koolstofdioxide.
Slide 12 - Drag question
Je ziet twee foto's van cellen: bladcellen in het licht en spiercellen. Sleep de woorden naar de foto waar ze bij horen.
plantencel
dierlijke cel
verbranding
verbranding
en fotosynthese
neemt
zuurstof op
geeft
zuurstof af
Legt energie vast
Maakt energie vrij.
Slide 13 - Drag question
Noteer de kringloop van fotosynthese en verbranding, door de woorden naar de juiste plaats te slepen.
Zuurstof
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Slide 14 - Drag question
Bekijk de tekeningen van de aquariums hiernaast. Wat is juist? Er zijn meerdere goede antwoorden mogelijk.
A
In aquarium 1 komt steeds meer zuurstof
B
In aquarium 2 komt steeds meer zuurstof
C
In aquarium 1 komt steeds meer koolstofdioxide
D
In aquarium 2 komt steeds meer koolstofdioxide
Slide 15 - Quiz
Beantwoord de volgende vragen over de koolstofkringloop: a. Eerst zit het C-atoom in de lucht. In welke stof? b. Wat doet een plant met het C-atoom? c. Hoe komt het C-atoom in een rups terecht? d. Hoe komt het C-atoom weer in de lucht terecht?
Slide 16 - Open question
Zet de namen op de juiste plaats
mineralen (nitraat)
dierlijke eiwitten
natuurlijk afval
plantaardige eiwitten
Slide 17 - Drag question
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Slide 18 - Drag question
Welke onderdelen zitten er in een schimmelcel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
schimmelcel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 19 - Drag question
Welke onderdelen zitten er in een bacteriecel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
bacteriecel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 20 - Drag question
Schimmels planten zich voort via...
Slide 21 - Open question
Een bacterie deelt elke 30 minuten. Hoeveel zijn er na 4 uur?
Slide 22 - Open question
Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel
Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie
Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel
Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel
Cel 2: plantaardige cel
Slide 23 - Quiz
Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel
Slide 24 - Quiz
Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel
Slide 25 - Quiz
Heeft een schimmelcel een celkern? En een celwand?
A
Geen van beiden
B
Alleen een celkern
C
Alleen een celwand
D
Beiden
Slide 26 - Quiz
Heeft een schimmelcel een celkern? En bladgroenkorrels?
A
Geen van beiden
B
Wel een celkern
C
Wel bladgroenkorrels
D
Beiden
Slide 27 - Quiz
Heeft een bacteriecel een celkern? En een celwand?
A
Geen van beiden
B
Wel een celkern
C
Wel een celwand
D
Beiden
Slide 28 - Quiz
Heeft een bacteriecel een cytoplasma? En een vacuole?