Par 5.1 Beweging vastleggen

H5 - BEWEGEN
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5 - BEWEGEN

Slide 1 - Slide

H5 Bewegingen
In hoofdstuk 5 leer je het volgende:
  1. Bewegingen vastleggen
  2. Gemiddelde snelheid uitrekenen en eenheden omrekenen
  3. Versneld, eenparig en vertraagd bewegen
  4. Remmen en botsen
  5. Praktische Opdracht Snelheid

Slide 2 - Slide

LEERDOELEN 5.1
Deze les leer je...
  • ...hoe je bewegingen kan vastleggen
  • ...wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt.
  • ...hoe je vanuit een stroboscopische foto kunt berekenen hoelang een beweging heeft geduurd.
     
  • ...wat een afstand-tijdtabel is
  • ...hoe je een afstand-tijddiagram kan tekenen

Slide 3 - Slide

PLANNING
  • Uitleg §5.1
  • (Lezen theorie §5.1)
  • Maken §5.1 (opdracht  t/m 11)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Beweging
= afstand afleggen in een bepaalde tijd

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 5 Beweging
Paragraaf 1: beweging vastleggen
Paragraaf 2: gemiddelde snelheid berekenen (met een game)
Paragraaf 3: soorten beweging
Paragraaf 4: remmen en botsen

Slide 7 - Slide

Hoeveel seconden zitten er in een minuut?
60
3600

Slide 8 - Poll

Hoeveel minuten zitten er in een uur?
60
3600

Slide 9 - Poll

Hoeveel seconden zitten er in een uur?
60
3600

Slide 10 - Poll

5.1 Vastleggen van snelle bewegingen
  1. Fotograferen/filmen
  2. Stroboscopische foto

Slide 11 - Slide

Filmen

Slide 12 - Slide

Fotograferen

Slide 13 - Slide

Stroboscopische foto

Slide 14 - Slide

Stroboscoop
 Lamp die met vaste tussenpozen flitst in een verduisterde ruimte.

Bijv. elke 0,05 seconde

Slide 15 - Slide

Stroboscopische foto
  • Momentopname
  • Alles op 1 foto

Slide 16 - Slide

Gemiddelde snelheid
Remweg
Vertragen
Schaal

Slide 17 - Drag question

Leerdoelen par 5.1 (deel 1)
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt.
2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd.
3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.


Slide 18 - Slide

Tabel en diagram maken

Slide 19 - Slide

Stroboscopische foto
= een foto waarop je beweging vastlegt
uit de foto kun je de berekenen hoelang de beweging duurde.

Slide 20 - Slide

zesde foto
Vierde foto
Afstand in echt
tussenruimte

Slide 21 - Drag question

Hoe vaak is het balletje
gefotografeerd?

Slide 22 - Open question

Hoeveel tussenruimtes
zijn er?

Slide 23 - Open question

Informatie uit een stroboscopische foto

Slide 24 - Slide

Rekenen met een stroboscopische foto
Twee dingen weten:
Hoeveel tijd zit er tussen elke lichtflits.
Het aantal tussenruimtes.

Duur van de beweging =
Aantal tussenruimtes * tijd tussen 2 flitsen

Slide 25 - Slide

Hoelang duurt de beweging op de foto?
Tijd tussen 2 flitsen = 0,5 sec
A
0,5 sec
B
3 sec
C
3,5 sec
D
5 sec

Slide 26 - Quiz

Afstand tijd tabel

Slide 27 - Slide

Afstand tijd diagram


Slide 28 - Slide

Hoe teken je een grafiek
  1. Altijd in potlood en met een geodriehoek.
  2. X-as = horizontaal
  3. Y-as = verticaal
  4. Logische getallenverdeling op beide assen.
  5. Assen benoemen: grootheid en eenheid!
  6. Plaats stipjes per meetpunt.
  7. Trek een vloeiende lijn door of langs de meetpunten.

Slide 29 - Slide

Hoelang duurt de beweging
op de foto?
Tijd tussen 2 flitsen is 0,25 sec
A
1 sec
B
2 sec
C
0,25 sec
D
2,25 sec

Slide 30 - Quiz

Waar beweegt de bal het snelst?
Waar beweegt hij het langzaamst?

Slide 31 - Slide

langzaam
snel
veel afstand tussen 2 foto's
weinig afstand tussen 2 foto's

Slide 32 - Slide

Wat ga je nu doen?
Lezen theorie 5.1 
Maken opdrachten 5.1 Online! (opdracht  t/m 11)
Klaar? 
Lezen theorie 5.2

Slide 33 - Slide

Herhaling leerdoelen
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt.
2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd.
3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.

Slide 34 - Slide

Tijd tussen 2 flitsen: 0,25 sec
Hoelang duurt de beweging?

Slide 35 - Open question

De hand heeft 0,4 meter afgelegd.
Hoe groot is de afstand
die de hand aflegt in 1 sec?

Slide 36 - Open question