relative pronouns
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is een beperkende bijzin?
A
Een stukje zin met informatie die je ook wel weg kunt laten
B
Een stukje zin met informatie die je niet weg kunt laten
C
Een stukje zin dat tussen twee komma's staat
D
Een stukje zin dat niet tussen twee komma's staat
Slide 2 - Quiz
Geef een voorbeeld van een Engelse zin met een beperkende bijzin
Slide 3 - Open question
Wat is een uitbreidende bijzin?
A
Een stukje zin met informatie die niet kan worden weggelaten
B
Een stukje zin met informatie die ook kan worden weggelaten
C
Een stukje zin dat tussen twee komma's instaat
D
Een stukje zin dat niet tussen twee komma's instaat
Slide 4 - Quiz
Geef een voorbeeld van een Engelse zin met een uitbreidende bijzin
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
The girl .......... lives nextdoor is younger than I am.
My red sweater, .......... is lovely and soft, is perfect for Christmas
who
which
that
where
----
Slide 13 - Drag question
To ............. were you talking just now?
The shopkeeper .............. shop was robbed last night is on the news!
who
whom
whose
Slide 14 - Drag question
This bear, ............... I am going to talk about, is my granddad's.
The little girl loved the bear ........................ she was given by her dad.
who
that
where
which
---
