leerjaar 1 B:feest

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Doe je jas uit, tas van tafel.

Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.

Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.

Lesdoelen

• Ik ken de begrippen: strofe en rijm.
• Ik kan strofe en rijm herkennen in een gedicht.

• (Stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord.

Vorige les

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

zelfstandig naamwoord

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

computeren

zilveren

mooie

meisje

de

Waarom?

Poëzie laat je zien dat je taal op verschillende manieren in kunt zetten. In poëzie kun je experimenteren met de taal, zoek je naar woorden of laat je juist delen weg..

Poëzie

Taaluiting met grote nadruk op vorm, klank en beeldspraak.

Begrippen

Strofe: De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel overgeslagen.

Rijm: Als de laatste stukjes van twee woorden hetzelfde klinken, rijmen ze. Bijvoorbeeld: feest – geweest, toeter – computer.

Strofe? Rijm?

• Op welke dag is de ik persoon geboren?
• Hoeveel strofen heeft dit gedicht?
• In elke strofe rijmen er 2 woorden op elkaar. Welke?

Welke rijmwoorden zie je in jouw gedicht of lied?

Wat?

• Bedenk tien dingen die de wereld handiger/beter/leuker/interessanter kunnen maken.

Hoe?

• In je schrift of notities Ipad.

Klaar? 

• Lezen in je leesboek
• Werken aan je schrijfdossier
• Numo

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk

Wat?

• Selecteer vijf van jouw leukste bedenksels en maak hiermee een gedicht van vijf regels.

Hoe?

• In je schrift of notities Ipad.

Klaar? 

• Lezen in je leesboek
• Werken aan je schrijfdossier
• Numo

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk

Voorbeeld!

Lui

Terwijl mijn kleren mij aandoen en het bed een ander hoeslaken omdeed,

deden de boodschappen zichzelf en ging de hond even wandelen

De tuinstoel schoof mij nog even wat aan terwijl de cola mij nog even bijschonk.

"Wij zijn bijna klaar!" riep het eten uit de keuken.

Zelf geschreven gedicht

Luister goed naar elkaar.

Bespreken

Na deze les...

• Ken ik de begrippen: strofe en rijm.
• Kan ik strofe en rijm herkennen in een gedicht.

Doel

Ik vind het leuk om gedichten te lezen.

😒🙁😐🙂😃

Wat vind je nog lastig?

Huiswerk

• Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
• Schrijf 5 zinnen over wat je in het weekend hebt gedaan.