Maatschappijkunde MAVO3 'Arbeid'

Maatschappijkunde MAVO3 'Arbeid'
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Maatschappijkunde MAVO3 'Arbeid'

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van vandaag
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat arbeidsomstandigheden zijn.
- Aan het einde van de les weet je de belangrijkste regels uit de Arbowet. 
- Aan het einde van de les weet je over de wet gelijke behandeling.

Slide 2 - Slide

Arbowet
Wet die ervoor moet zorgen dat mensen hun werk op een verantwoorde manier kunnen doen.
3 onderdelen:




Veiligheid
Machines moeten veilig genoeg zijn om er mee te kunnen werken. 
Gezondheid
Je mag niet werken met stoffen die schadelijk zijn. Maar ook bijvoorbeeld dat roken is verboden op de werkvloer.
Welzijn
Je werk mag niet zinloos of geestdodend zijn. Je moet beschermd worden tegen geweld en intimidatie.
Controle door de arbeidsinspectie!

Slide 3 - Slide

Regels voor jongeren
Regels voor jongeren baantjes:
- Niet met te zware spullen mogen tillen.
- Niet mogen werken met geluid dat harder is dan 90 decibel.
- Niet met gevaarlijke stoffen werken.
- Geen eentonig en eenzaam werk mogen doen.

Slide 4 - Slide

Wat is het populairste bijbaantje onder jongeren?
A
Bezorger
B
Winkelmedewerker
C
Barista
D
Horecamedewerker

Slide 5 - Quiz

Aan de slag! 
Wat?: Maken vragen bij 2.1 op bladzijde 17.
Hoe?: Zelfstandig en alleen. 
Tijd: 10 minuten
Klaar?: Vul alvast de bekende begrippen in op de begrippenlijst.
Achteraf kijken we na. 

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Welke van deze vier denk jij dat het populairst is om te werken voor jongeren?
A
Albert Heijn
B
McDonalds
C
Jumbo
D
Gamma

Slide 7 - Quiz

Hoeveel kilo mag dit persoon maximaal tillen denk je?
A
Maximaal 42 kilo
B
Maximaal 23 kilo
C
Maximaal 18 kilo
D
Maximaal 56 kilo

Slide 8 - Quiz

Arbeidscontract & CAO (1)
'Arbeidscontract' is een individuele arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en werknemer.
In een contract staan rechten en plichten van jou en van je baas.
Onder andere:


Een omschrijving van het werk wat je gaat doen;
Het loon dat je krijgt (moet het minimumloon zijn of meer);
Brutoloon = bedrag wat op je loonstrook staat, nettoloon = het bedrag wat je krijgt.
Aantal vakantiedagen en vakantiegeld;
Hoelang het contract duurt; (Tijdelijk, 5-uur, 12 uur). 

Slide 9 - Slide

Pauze

Slide 10 - Slide

Arbeidscontract & CAO (2)
CAO = Collectieve ArbeidsOvereenkomst.
In sectoren, zoals: banken, onderwijs, bouw.
Dus niet alle punten in een contract, maar in een CAO. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wet gelijke behandeling (WGB)
''Geen onderscheid tussen mensen op de werkvloer in gelijke gevallen.''
Er mag dus geen onderscheid gemaakt worden tussen:
- Mannen en vrouwen.
- Nationaliteiten.
- Seksuele voorkeur.
- Handicap. 

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Wat: Opdrachten 9, 10A, 12, 13, 14 & 16. Bladzijde 20 t/m 22.
Hoe: Zelfstandig en stil. Oortjes mogen.
Tijd: 20 minuten
Klaar? Maak de begrippenlijst of samenvatting verder af.
Af? Mooi! Niet af, huiswerk voor aanstaande vrijdag. 

timer
20:00

Slide 14 - Slide

Fijne dag allemaal!

Slide 15 - Slide