What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Nederlands
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Doel van vandaag
Je kan aan het einde van de les de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zelf toepassen en weet het verschil tussen de twee voornaamwoorden.
Slide 2 - Slide
Welke woordsoorten ken jij?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
De tandarts is vandaag afwezig, want is ziek.
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op
Wanneer gaan verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet per dag?
hij
je
ik
hem
zij
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Mijn fiets is gestolen.
Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Quiz
De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?
A
Jouw verhaal
B
Het verhaal van jou
C
Onze telefoon
D
Geef elkaar een hand
Slide 14 - Quiz
Door welke persoonlijke voornaamwoorden kan je de personen in deze zin vervangen?
2. Mijn moeder heeft Mick straf gegeven.
A
Zij + hij
B
Zij + hem
C
Haar + hij
D
Haar + hem
Slide 15 - Quiz
Het woord:
JOUW
is een
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 16 - Quiz
Opdracht
Beschrijf hoe jouw kamer eruit ziet en wat voor spullen erin liggen.
Benoem minstens vijf dingen die er in je kamer te vinden zijn.
Maak hierbij gebruik van bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden.
Slide 17 - Slide
Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?
Slide 18 - Open question
Noem vijf bezittelijke of persoonlijke voornaamwoorden.
Slide 19 - Open question
More lessons like this
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2TL periode 1 les 16
July 2025
-
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Hoofdstuk 6 - Het strafproces: wat gebeurt er na de rechtszaak?
September 2025
-
39 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 6 - Het strafproces: wat gebeurt er na de rechtszaak?
September 2025
-
39 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Groep 7-8 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
-
27 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Bezittelijk voornaamwoord Frans
September 2024
-
9 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2TL periode 1 les 14
July 2025
-
10 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Hoofdstuk 5 - Het strafproces: hoe verloopt een rechtszaak
September 2025
-
28 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap