§8.1: Grote getallen

§8.1 Grote getallen









Maandag
 11-09-2023
Klas 3kmp1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 130 min

Items in this lesson

§8.1 Grote getallen









Maandag
 11-09-2023
Klas 3kmp1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

1. Regels bespreken 
2. §8.1 uitleggen 
3. Aan de slag

Slide 2 - Slide

1. Regels in de les

1. Ik ben op tijd in de les en ik heb mij spullen dan al liggen klaar
2. Ik zet mijn telefoon in de bak
3. Ik  luister naar mijn klasgenoten en docent, ik ben dan ook stil
4. Ik steek mijn vinger op als ik iets wil zeggen/ vragen
5. Ik scheld niet in de klas


Slide 3 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie A 

Slide 4 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie A 
Hoeveel nullen hebben deze getallen? 

1 miljoen = 1 ... ... ... ... 
15 miljard = 15 ... ... ... ... 
1,32 miljoen = 1 ... ... .. .. 

Slide 5 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie A 
Hoeveel nullen hebben deze getallen? 

1 miljoen = 1 000 000                    6 nullen
15 miljard = 15 000 000 000      9 nullen 
1,32 miljoen = 1 000 000              6 nullen        dus 1 320 000 

Slide 6 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen 
b. 0,12 miljard 
c. 0,53 miljoen
d. 12,09 miljard 

Slide 7 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000
b. 0,12 miljard 
c. 0,53 miljoen  
d. 12,09 miljard  

Slide 8 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard 
c. 0,53 miljoen   
d. 12,09 miljard  

Slide 9 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 
c. 0,53 miljoen   
d. 12,09 miljard 

Slide 10 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 0 120 000 000 
c. 0,53 miljoen 
d. 12,09 miljard  

Slide 11 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen 
d. 12,09 miljard  

Slide 12 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen =  1 000 000 
d. 12,09 miljard 

Slide 13 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen =  1 000 000 = 0 530 000 
d. 12,09 miljard 

Slide 14 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen =  1 000 000 =  530 000 (530 duizend)
d. 12,09 miljard 

Slide 15 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen =  1 000 000 =  530 000 (530 duizend)
d. 12,09 miljard = 12 000 000 000 

Slide 16 - Slide

2. Schrijf de grote getallen in cijfers 

a. 4,321 miljoen = 4 000 000 = 4 321 000
b. 0,12 miljard =  1 000 000 000 = 120 000 000 (120 miljoen)
c. 0,53 miljoen =  1 000 000 =  530 000 (530 duizend)
d. 12,09 miljard = 12 000 000 000  = 12 090 000 000

Slide 17 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 
b.  1 111 000 000 
c. 750 000 000 
d. 4 098 000

Slide 18 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen 
b.  1 111 000 000 
c. 750 000 000 
d. 4 098 000 

Slide 19 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 
c. 750 000 000 
d. 4 098 000 

Slide 20 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard 
c. 750 000 000 
d. 4 098 000 

Slide 21 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard honderdelf miljoen 
c. 750 000 000  
d. 4 098 000 

Slide 22 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard honderdelf miljoen 
c. 750 000 000 = zevenhonderdvijftig  
d. 4 098 000 

Slide 23 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard honderdelf miljoen 
c. 750 000 000 = zevenhonderdvijftig miljoen 
d. 4 098 000 

Slide 24 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard honderdelf miljoen 
c. 750 000 000 = zevenhonderdvijftig miljoen 
d. 4 098 000 = vier miljoen 

Slide 25 - Slide

2. Schijf de grote getallen in woorden
a.  5 670 000 = vijf miljoen zeshonderdzeventig duizend 
b.  1 111 000 000 = 1 miljard honderdelf miljoen 
c. 750 000 000 = zevenhonderdvijftig miljoen 
d. 4 098 000 = vier miljoen achtennegentig duizend 

Slide 26 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie B Informatie 




1 GB = byte?

Slide 27 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie B Informatie 




1 GB = byte?
1 GB = 1 000 MB 

Slide 28 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie B Informatie 




1 GB = byte?
1 GB = 1 000 MB 
1 000 MB = 1 000 000 byte  ( 1 x 1 000 x 1 000)

Slide 29 - Slide

2. §8.1 Grote getallen
Theorie B Informatie 




Slide 30 - Slide

3. Aan de slag 
Huiswerk maken:
Theorie A opgave 1 t/m 13

Ben je klaar?
Theorie B opgave 14 t/m 24
en kijk dan je huiswerk na!
timer
5:00

Slide 31 - Slide