3. Toonhoogte en frequentie Deel 1 SCHN

3. Toonhoogte en Frequentie
deel 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3. Toonhoogte en Frequentie
deel 1

Slide 1 - Slide

Samenvatting Geluid maken en horen

Slide 2 - Slide

1
2
Toonhoogte

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

1
2
3
Toonhoogte verhogen/verlagen
4

Slide 5 - Slide

1
2
Trillingen

Slide 6 - Slide

1
2
Opdracht 1

Slide 7 - Slide

Hoeveel trillingen zien we hier?

Slide 8 - Open question

1
2
Frequentie

Slide 9 - Slide

1
2
Frequentie
3
2
1
3

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

1
2
3
Frequentiebereik dieren 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Trillingstijd en frequentie
Geeft een hoge frequentie nu juist een lange of een korte trillingstijd?
1
2

Slide 14 - Slide

Trillingstijd en frequentie

Slide 15 - Slide

Voorbeeld trillingstijd en frequentie

Slide 16 - Slide

Samenvatting deel 1a

Slide 17 - Slide

Samenvatting deel 1b

Slide 18 - Slide

Samenvatting deel 1c

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben

Slide 21 - Slide

Voordat je begint
Kijk het huiswerk van de vorige keer na, leer van je fouten en stel mij vragen als je het niet begrijpt

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question

Opgave 2
Dennis sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Zo kan hij drie verschillende tonen, A, B en C, zichtbaar maken. Hieronder is afgebeeld wat Dennis achtereenvolgens op het scherm ziet.
a. Hoeveel trillingen zijn aanwezig bij A, B & C?
b. Zet de trillingen in volgorde van lage naar hoge frequentie.

Slide 25 - Open question

Opgave 3
Neem de tabel over en maak hem af

Slide 26 - Open question

Opgave 4
Vul in:
als: f = 50 Hz, dan: T= ........ s

Slide 27 - Open question

Opgave 5
Vul in:
als: f = 440 Hz, dan: T= ........ ms

Slide 28 - Open question

Opgave 6
Vul in:
als: T = 50 ms, dan: f= ........ Hz

Slide 29 - Open question

Opgave 7
Vul in:
als: T = 0,00025 s, dan: f= ........ kHz

Slide 30 - Open question

Opgave 8
De C-snaar van een gitaar hoort een frequentie van 261 Hz te hebben.
a. Wat betekent een frequentie van 261 Hz?
b. Bereken de trillingstijd van deze snaar.
c. Wat moet je doen als de toon van de C-snaar te hoog is en je wilt hem stemmen?

Slide 31 - Open question