12.03: Zuivere stoffen en mengsels

12.03
Zuivere stoffen en mengsels
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

12.03
Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- Uitleggen wat het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel is
- Uitleggen wat een heterogeen en een homogeen mengsel is
- Uitleggen wat het verschil is tussen de verschillende soorten mengsels: oplossing en suspensies
- Uitleggen hoe je mengsels kan scheiden met behulp van adsorberen, destilleren, filtreren, bezinken en indampen
- Uitleggen op basis van welke eigenschap de scheidingsmethodes: adsorberen, destilleren, filtreren, bezinken en indampen werken

Slide 2 - Slide

Voorbeelden van een zuivere stof zijn:
A
Thee
B
Water
C
Goud
D
Brood

Slide 3 - Quiz

Zuivere stof

Bestaat uit één soort atoom of molecuul

Maakt dus niet uit welk deeltje je eruit vist, je hebt altijd dezelfde!


Mengsel

Bestaat uit meer soorten moleculen

Maakt wel uit welk deeltje je eruit vist!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Noem 2 verschillende mengsels

Slide 7 - Open question

Een voorbeeld van een homogeen mengsel is:
A
Net geroerde limonade
B
Limonade die al een tijdje staat
C
Vruchtensap
D
Weet ik niet

Slide 8 - Quiz

Homogene mengsels

Ziet er overal hetzelfde uit

Kraanwater is een voorbeeld van een homogeen mengsel
Heterogene mengsels

Ziet er niet overal hetzelfde uit

Chocolademelk met cacao is een voorbeeld van een heterogeen mengsel

Slide 9 - Slide

Verschillende mengsels
Oplossing: Een helder vloeibaar mengsel. Kan een vaste en een vloeistof, of een gas en een vloeistof, of 2 vloeistoffen zijn.

Suspensie: Een troebel vloeibaar mengsel. Is een vaste en een vloeistof.

Emulsie: Een troebel mengsel van 2 vloeistoffen. Deze 2 ontmengen na een tijdje weer. Daarom heb je een emulgator nodig. De emulgator zorgt ervoor dat de stoffen niet ontmengen.

Slide 10 - Slide

Is een homogeen mengsel ook altijd een niet-ontleedbare stof?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Scheidingsmethoden

Slide 12 - Slide

Adsorberen
Een stof hecht zich aan een adsorptiemiddel (b.v. norit).

Verschil in aanhechtingsvermogen (adsorptievermogen)!

Toepassen wanneer je een oplossing hebt

Slide 13 - Slide

Destilleren
Een van de 2 stoffen verdampt eerder. Deze wordt opgevangen, afgekoeld (condenseren) en opgevangen.

Verschil in kookpunt!

Toepassen wanneer je een oplossing van 2 vloeistoffen hebt

Slide 14 - Slide

Bezinken en afschenken
Laat water met onoplosbare stoffen een tijdje staan. De onoplosbare stof zakt naar de bodem. Het heldere water schenk je af.

Verschil in dichtheid!

Toepassen wanneer je een suspensie hebt

Slide 15 - Slide

Filtreren
Filter bestaat uit hele kleine gaatjes. Onoplosbare stoffen kunnen niet door deze gaatjes heen, vloeistoffen wel. Wat achterblijft in het filter noem je het residu, wat door het filter gaat noem je het filtraat.

Verschil in deeltjesgrootte!

Toepassen wanneer je een suspensie hebt

Slide 16 - Slide

Indampen
Verhitten van een mengsel zorgt ervoor dat een van de 2 stoffen eerder verdampt dan de andere. Hiermee hou je de niet verdampte stof over. Zout uit zeewater halen is een voorbeeld van indampen.

Verschil in kookpunt!

Toepassen wanneer je een oplossing hebt

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Tijdens het doen van je was maak je gebruik van de volgende scheidingsmethode:
A
Indampen
B
Filtreren
C
Destilleren
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Bij het maken van sterke drank maak je gebruik van de volgende scheidingsmethode:
A
Destilleren
B
Bezinken
C
Filtreren
D
Weet ik niet

Slide 20 - Quiz

Ik heb uit deze uitleg het volgende geleerd

Slide 21 - Open question