(1th) H6 klimaatverandering paragraaf 4

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 4 klimaatverandering + B118,119,142,143
  • maken opdracht 1,2,6,8,9,10,11 paragraaf 4 blz.: 102/103
  • Nabespreken paragraaf 4
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de ijstijd is.
  • welke landschapsvormen je er zijn gevormd door de ijstijd
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, voorbeeld de ijstijd
  • kenmerken van klimaatverandering
  • twee gevolgen van klimaatverandering
  • gevolgen van klimaatveranderingen in koude en droge gebieden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 4 klimaatverandering + B118,119,142,143
  • maken opdracht 1,2,6,8,9,10,11 paragraaf 4 blz.: 102/103
  • Nabespreken paragraaf 4
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de ijstijd is.
  • welke landschapsvormen je er zijn gevormd door de ijstijd
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, voorbeeld de ijstijd
  • kenmerken van klimaatverandering
  • twee gevolgen van klimaatverandering
  • gevolgen van klimaatveranderingen in koude en droge gebieden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

aantekeningen

Slide 3 - Slide

Klimaatverandering in Europa
  • Een klimaat meet het gemiddelde weer over een periode van 30 tot 40 jaar. 
  • Als je perioden van zo’n 30 jaar met elkaar vergelijkt, zie je verschillen in temperatuur en neerslag. 
  • Dit is klimaatverandering.

Slide 4 - Slide

ijstijden
  • IJstijd / glaciaal: koude perioden in de geschiedenis van de aarde. 
  • gemiddeld 5 ⁰C kouder 
  • sneeuw wordt samengedrukt tot ijs
  • gletsjers / ijskappen breiden zich uit 
  • IJstijd > interglaciaal > ijstijd > interglaciaal > enzovoort  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

gletsjers
  • Een gletsjer begint in een firnbekken: een verzamelplek voor sneeuw hoog in de bergen.
  • firn = korrelige sneeuw
  • Bij een vol firnbekken glijdt een ijstong richting dal.
  • firnbekken + ijstong = gletsjer 
  • Lage snelheid. 
  • Een Gletsjer is voortdurend in beweging, maar lijkt stil te liggen.  
  • smelt in het dal en is er een gletsjerrivier 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

het klimaat verandert
  • In Europa zie je verschillen in het klimaat (temperatuur en neerslag): klimaatverandering.
  • De Bilt: warmer en natter neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger
  • Gevolgen voor natuur: verschuiving groeiseizoen + nieuwe planten / dieren + verdwijnen planten / dieren

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

De temperatuurstijging heeft gevolgen voor de hoeveelheid landijs en voor de zeespiegel.
Poolstreken + hooggebergten: landijs smelt en periode jaarlijkse sneeuwbedekking korter.

Minder neerslag als sneeuw. gletsjers worden steeds kleiner
effect in koude gebieden

Slide 11 - Slide

effecct in koude gebieden
  • Arctic greening: meer vegetatie in de koude gebieden.
  • Voordelen van klimaatverandering: meer landbouwoppervlak
  • nadelen van klimaatverandering: zeespiegelstijging , landen kunnen overstromen

Slide 12 - Slide

effect om droge gebieden
  • Middellandse Zeegebied wordt nog droger. 
  • meer verdamping: afname nuttige neerslag (neerslag dat we kunnen gebruiken na verdamping)
  • watertekorten

Slide 13 - Slide

effect om droge gebieden
  • Verandering vegetatie: 
  • steppe naar woestijn? 
  • gevolgen landbouw met afname irrigatiewater
  • Geen landbouw meer door verwoestijning in Zuid-Europa.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

koolstofkringloop
  • Koolzuurgas / koolstofdioxide (CO₂) is voor het leven op aarde van enorm belang. 
  • zonder CO2 geen warme aarde
  • Uitwisseling van CO₂  = koolstofkringloop
  • o.a. planten en zelfs stenen nemen CO2 op

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

het broeikaseffect
  •  Zonder het natuurlijk broeikaseffect:  te koud om op aarde te leven. maar: versterkt broeikaseffect 
  • De te grote uitstoot van CO₂ komt vooral door de verbranding van: fossiele brandstoffen / energiebronnen.
    + kappen van bomen

Slide 18 - Slide

klimaatverandering
  • Klimaatverandering is heel normaal.
  • Koude en warme periodes wisselen elkaar af. ijstijden / glacialen interglacialen 
  • Verschil met temperatuurstijgingen in het verleden: de rol van de mens. 
  • behalve het natuurlijk broeikaseffect ook het versterkte broeikaseffect 
  • gevolg: terugkoppelingen = effecten op de natuur

Slide 19 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 klimaatverandering + B118,119,142,143
maken opdracht 1,2,5,6,8,10 paragraaf 4 H6
gebruik hierbij:
 leerboek blz. 94/95
werkboek blz. 102/103/104
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 20 - Slide

klimaatverandering is het weer gemeten over....
A
1 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
60 jaar

Slide 21 - Quiz

een gletsjer beweegt
A
niet
B
wel

Slide 22 - Quiz

gletsjer kunnen landschappen veranderen in een korte tijd
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Zonnestralen worden verwarmt door aardoppervlak
Broeikasgassen in de dampkring
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
Vastgehouden warmte

Slide 24 - Drag question

effect in koude gebieden
effect in warme gebieden
meer planten
minder planten
minder water
meer water
meer landbouwgrond
minder landbouwgrond

Slide 25 - Drag question