Hfd3-les2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Huiswerk deze les

Doornemen paragraaf 3.1

Maken de opdrachten van deze paragraaf (muv opdracht 4) Verder hoef je de tekenopdrachten niet te maken

Had je vragen over het huiswerk: dan heb je gemail met mevrouw Deen

Als de vraag elastisch is, dan reageert de gevraagde hoeveelheid sterk op een prijsverandering

1. deze stelling is juist
2. deze stelling is onjuist
3. ik weet het niet, en doe een gokje

Een inelastische vraag ligt
tussen de 0 en -1

1. deze stelling is juist
2. deze stelling is onjuist
3. ik weet het niet, en doe een gokje

Een prijselasticiteit van de vraag die lager is dan -1 betekent dat:

1. De vraag elastisch is
2. De vraag inelastisch is
3. huh? Elastiekjes zijn toch elastisch
4. De vraag niet elastisch en niet inelastisch is

De prijselasticiteit van de vraag van een product is -0,5, (dus inelastisch).
Als de prijs stijgt dan.....................omzet

1. daalt
2. stijgt

Het groene vlak
noemen we

1. het vraagoverschot
2. De marktsurplus
3. Het consumentenoverschot
4. Het consumentensurplus

Een auto en benzine zijn voorbeelden van complementaire goederen

1. Waar
2. Niet waar

Goed A daalt in prijs, waardoor de vraag naar goed B daalt. Goed A en B zijn …. goederen.

1. complementaire
2. substitutie

Leerdoelen vorige les:

• ik weet wat een concrete markt is
• ik weet wat een abstracte markt is
• ik weet wat betalingsbereidheid inhoudt
• ik weet wat het consumentensurplus is
• ik kan een vraaglijn tekenen

• ik kan een vraagfunctie opstellen 
• ik kan met een vraagfunctie rekenen
• ik weet wanneer een vraagfunctie verschuift
• ik ken de vraagfactoren
• ik kan rekenen met de prijselasticiteit
• ik kan de prijselasticiteit verklaren

Deze les

Terugblik: is net geweest

Uitleg nieuwe stof

Nakijken gemaakte werk 

Aan de slag met het huiswerk

A a n b o d

l

i

j

n

Prijs

Hoeveelheid

0

Stel: Qa=5P-400    en    P=130

• Bereken de aangebode hoeveelheid 
  
• Neem de formule over in jouw schrift
  
• Schrijf je antwoord op
• Klaar ?   Steek je groene/ gele / rode  kaartje omhoog 
  

Stel: Qa=5P-400    en    P=130

Bereken de aangebode hoeveelheid

Qa = 5x130 - 400

Qa = 650 - 400

Qa = 250

Qa=10P-80    Qa = 200

• Bereken de prijs
  
• Neem de formule over in jouw schrift
• Schrijf je antwoord op 
• Klaar ?  Steek je groene/ gele / rode  kaartje omhoog

Qa=10P-80    Qa = 200

Bereken de prijs

200 = 10P - 80

200 + 80 = 10P

280 = 10P

28 = P

Aanbodfactoren

De aanbodlijn verschuift als: 

• De kosten veranderen, bijv. arbeidskosten of grondstofkosten
• De technologie verbetert

Verschuiving aanbodlijn

        Marktevenwicht

Qa = Qv

Marktevenwicht

V

r

a

a

g

o

v

e

r

s

c

h

o

t

A

a

n

b

o

d

o

v

e

r

s

c

h

o

t

Qa = Qv

Q_v=-10P+80    Q_a=20P-40

                                            

• Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid
  
• Neem de formule over in jouw schrift
• Schrijf het antwoord op
• Klaar ?  Steek je groene / gele/ rode  kaartje op

Q_v= -10P+80    Q_a= 20P-40

Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid

-10P + 80 = 20P -40             of

-10P - 20P = -40 - 80

- 30P = - 120

P = 4             =>   Q = 20 x 4 - 40   => Q = 40

                       of    Q = -10 x 4 +80   => Q = 40

-10P + 80 = 20P - 40

80 + 40 = 20P + 10P

120 = 30P     P = 4

Leerdoelen deze les:

• ik kan een aanbodlijn tekenen
• ik kan een aanbodfunctie opstellen
• ik kan met een aanbodfunctie rekenen
• ik ken de aanbodfactoren
• ik weet wanneer de aanbodlijn verschuift
• ik weet wat marktevenwicht betekent

Leerdoelen deze les:

• ik kan de prijs berekenen in marktevenwicht
• ik kan de hoeveelheid berekenen in marktevenwicht
• ik weet wanneer de markt niet in evenwicht is
• ik weet wanneer er sprake is van een vraagoverschot
• ik weet wanneer er sprake is van een aanbodoverschot
• ik weet wat er gebeurt met de vraag als de prijs verandert
• ik weet hoe de prijselasticiteit werkt

Huiswerk volgende les

Doornemen paragraaf 3.2

Maken de opdrachten van deze paragraaf

Je hoeft de tekenopdrachten niet te maken!

Heb je vragen over het huiswerk: kijk deze les nog eens terug (met extra uitleg en filmpje), nog meer vragen: mail mevrouw Deen

Als de vraag naar een product stijgt...

1. ... verschuift de vraaglijn naar rechts
2. ... verschuift de vraaglijn naar links
3. ... De vraaglijn verschuift omhoog
4. ...De vraaglijn verschuift omlaag

Welke lijnen verschuiven? En hoe?
Inflatieverwachting van de consument neemt toe.

1. vraaglijn naar rechts
2. vraaglijn naar links
3. aanbodlijn naar rechts
4. aanbodlijn naar links

Q = p-100

1. Dit is een vraaglijn
2. Dit is een aanbodlijn
3. Dit is een budgetlijn
4. Ik heb geen idee

Q =-0,5p+200

1. Dit is een aanbodlijn
2. Dit is een vraaglijn
3. Dit is een budgetlijn
4. Ik heb geen idee

Stel de functie van de vraaglijn naar een product is:
Qv = –15p + 55. Gegeven prijs is € 2,50.

Wat is de gevraagde hoeveelheid?

1. 82,5
2. 18
3. 92,5
4. 17,5

De vraaglijn verschuift naar links, dit kan het gevolg zijn van:

1. een hogere koopkracht
2. een prijsstijging
3. een daling van het aantal inwoners
4. het verdwijnen van concurrenten

Stel de functie van de vraaglijn naar cola is:
Qv = –10p + 45. Gegeven prijs is € 2,50.
Hoeveel blikjes cola worden er verkocht?

1. 70
2. 20
3. 30
4. 45

De vraaglijn wordt gegeven door:
Qv = -2p + 500
Waar snijdt deze curve de p-as?

1. Bij p = 250
2. Bij p = 500
3. Bij q = 250
4. Bij q = 500

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?

1. Hoe hoger de prijs, hoe meer vraag
2. Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
3. Omdat de aanbodlijn stijgt
4. Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Qv = -p + 20 & Qa = 5p - 40
Waar ligt het marktevenwicht?

1. p = 10 & q = 10
2. p = 4 & q = 16
3. p = 20 & q = 8
4. p = 8 & q = 20

Qv = -100p + 68
Qa = 300p - 76

Bij een prijs van 0,37 is er sprake van een

1. vraagtekort
2. vraagoverschot
3. marktevenwicht
4. aanbodtekort

Huiswerk nakijken

zie de andere lessonup....