1.3 Zuivere stoffen en mengsels

1.3 Zuivere stoffen en mengsels
Neem je schrift en zet erboven: Natuurkunde/scheikunde 
zuivere stoffen en mengsels
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.3 Zuivere stoffen en mengsels
Neem je schrift en zet erboven: Natuurkunde/scheikunde 
zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Toestandsaanduidingen
Vast: (s)
Vloeibaar : (l)
Gas: (g)
Opgelost in water: (aq)

We noemen dit ook wel
Aggregatietoestanden


Slide 2 - Slide

Faseveranderingen
Als water verdampt gaat het van de vloeibare fase naar de gasfase.

Notatie: 
H2O (l) -> H2O (g)
Fasedriehoek

Slide 3 - Slide

opdracht 1
Teken het schema met de fase-vergangen.
Schrijf ook de 6  woorden van de processen tussen de fase-vergangen op.
Over 3 minuten controleer je de tekening.

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Temperatuurlijn

Slide 6 - Slide

Heb je enig idee welke stof er bij de temperatuurlijn hoort? /Welke stof hoort er bij de temperatuurlijn van de vorige slide? (Het antwoord staat niet in de tekst, maar misschien weet je het toevallig)

Slide 7 - Open question

Opdracht 2
Kijk nog een keer goed naar de temperatuurlijn van ethanol. Teken een temperatuurlijn van H2O.

Slide 8 - Slide

Zuivere stof en mengsel
Zuivere stof: 
  • is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen
Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten moleculen door elkaar

Slide 9 - Slide

hoe bepaal je of het een mengsel of zuivere stof is?


Laat de stof smelten, stollen of verdampen (koken)
  • als het een zuivere stof is dan:
    blijft de temperatuur hetzelfde bij een faseverandering
  • als het een mengsel is dan:
    verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Slide 10 - Slide

Denkvraag 2 minuten
Schrijf de namen van verschillende stoffen op bijvoorbeeld beton, plastic, leer. Heel veel stoffen zijn mengsels. Zijn er stoffen in jouw lijstje die (mogelijk) zuivere stoffen zijn.

Slide 11 - Slide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 12 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject

Slide 13 - Slide

Faseveranderingen 1 (gas>vloeibaar) en 4 (vloeibaar>vast)zijn:
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen=sublimeren
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen

Slide 14 - Quiz

Faseveranderingen 3 (vast>vloeibaar) en 6 (vast>gas) zijn
A
stollen en rijpen
B
smelten en (vervluchtigen) sublimeren
C
rijpen en verdampen
D
condenseren en stollen

Slide 15 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Zuiver 
sinaasappelsap
A
A
B
B

Slide 16 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Koper
A
A
B
B

Slide 17 - Quiz

nog een denkvraag
Kijk nog een keer naar het lijstje van de stoffen die je hebt opgeschreven. Kunnen deze stoffen allemaal vloeibaar worden of verdampen?

Slide 18 - Slide

evaluatie, schrijf de antwoorden op in je schrift
Welk onderdeel ken je nu goed?
Over welk onderdeel heb je vragen?
Welke nieuwe woorden heb je geleerd?
Welke nieuwe theorie heb je geleerd?

Slide 19 - Slide