24-25 4CEF 17 maa -> les 87 + 88 SE Woordenschat + herhalen SE Leesvaardigheid

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 4

SE Woordenschat

Wat: Maken van de woordjestoets

Hoe: Blad van de toets

Hoelang: 1 lesuur (45 minuten)

Hulpmiddelen: -

Klaar: Iets voor jezelf doen

Je blijft na het maken van de toets wel stil!

Wiederholung Lektionen

17 Feb. -> Functievraag + functiewoorden

21 Feb. -> Functiewoorden herhalen + start signaalwoorden

3 maa. -> Woordjes + gatenvraag (signaalwoorden)

7 maa. -> Woordenschatles + beweringsvraag

10 maa. -> Lange antwoordvraag + citeervraag

14 maa. -> Inhoudsvraag + woordenschat herhalen

17 maa. -> SE Woordenschat (1 lesuur) + signaalwoorden/functiewoorden & examenjargon herhalen

21 maa. -> Examenuitje (geen les)

24 + 28 maa. -> SE Leesvaardigheid 2

31 maa. -> Herkansingen + start examentraining (5 lessen examentraining)

Vertaal de examenvraag naar het NL
Was wird in diesen Zielen beschrieben?

echter

hoewel

als

dan

alleen

ook

Dann

Auch

Jedoch

Obwohl

Nur

Wenn

Afzwakking

Stelling/

Bewering

Bevestiging

Oplossing

Bewering

Bedreiging

Lösung

Drohung

Abschwächung

Feststellung

Behauptung

Bestätigung

Er spielt nicht nur gut Füßball _____ er ist auch gut in Tennis spielen

1. sondern
2. und
3. deshalb
4. darum

Probleem

bewering

oorzaak

middel

Doel

oplossing

voorbeeld

gevolg

Vertaal de examenvraag naar het NL
Welcher Titel passt am besten zum 1. Absatz?

Er geht nicht mit, ________ es regnet.
Hij gaat niet mee, want het regent.

1. Denn
2. Darum
3. Nämlich
4. weil

beperking

tegenspraak

opluchting

antwoord

vooroordeel

bewijs

Antwort

Beweis

Einschränkung

Widerspruch

Vorurteil

Beruhigung

Vertaal de examenvraag naar het NL
Was kann man aus dem 1. Absatz schließen?

Ich wollte mit dem Fahrrad zur Schule fahren, ________ bin ich wegen des Regens mit dem Bus gefahren.

1. Stattdessen
2. Trotzdem
3. Nämlich
4. Deshalb

Ich habe __________ viel für die Prüfung gelernt, aber ich war trotzdem nervös.

1. Während
2. Zuerst
3. Damals
4. Zwar

gat

inleiding

doel

alinea

titel

schrijver/auteur

Absatz

Verfasser

Lücke

Einleitung

Überschrift

Ziel

Vertaal de examenvraag naar het NL
Was macht der 1. Absatz deutlich?