1 VWO 7-4-2020

D1C Frans 07-04-2020
1. Bonjour! Comment ça va? Tout le monde va bien?
2. Microfoon uit behalve als je het woord krijgt.
3. Vragen? Stel ze in de chatfunctie.
4. Grammaire C + grammaire H 
5. F: L'alphabet
5. Weektaak van deze week; 27 t/m 33, voca F, gramm H
6. Probeer je aan een structuur te houden: di 1e uur, wo 6e uur en do 1e uur
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

D1C Frans 07-04-2020
1. Bonjour! Comment ça va? Tout le monde va bien?
2. Microfoon uit behalve als je het woord krijgt.
3. Vragen? Stel ze in de chatfunctie.
4. Grammaire C + grammaire H 
5. F: L'alphabet
5. Weektaak van deze week; 27 t/m 33, voca F, gramm H
6. Probeer je aan een structuur te houden: di 1e uur, wo 6e uur en do 1e uur

Slide 1 - Slide

Le verbe 'FAIRE'
(Grammaire C)

Slide 2 - Slide

Je fais
tu fais
il, elle, on fait

nous faisons

vous faites

ils font, elles font

ik doe/maak
jij doet/maakt
hij,zij,men doet/maakt

wij doen/maken

u doet/maakt / jullie doen/maken

zij doen/maken

Slide 3 - Slide

Le passé composé (gramm H)
= Voltooid tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je de passé composé ??
Als je wilt vertellen dat je iets hebt gedaan.

VB: Hij heeft Fifa gespeeld
Il a joué Fifa

Slide 4 - Slide

De passé composé
Bestaat uit 2 delen:

1. Hulpwerkwoord
 vorm van avoir

         2. Voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

Het hulpwerkwoord Avoir

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Het voltooid deelwoord
Werkwoorden op -er (donner):

Voltooid deelwoord = Stam + é

Stam = hele werkwoord - er

Volt. deelwoord: donner - er + é = donné

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
Parler:           -er + é = parlé
Jouer:             -er + é = joué  
                               Chanter:        -er + é = chanté                             
                        
Dus passé composé:
J'ai parlé - tu as parlé - il /elle/ on a parlé
Nous avons parlé/vous avez parlé/ils/elles ont parlé

Slide 9 - Slide

Uitzondering:
Het werkwoord Faire
Faire:
Eindigt niet op -er

Voltooid deelwoord:
FAIT

Moet je dus uit je hoofd leren !!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

L'alphabet (F)
  • Répétez!
  • BIjna alle letters zeggen ze in het Frans hetzelfde. 
  • Schrijf de letters op die ze anders uitspreken.                            
                        

Slide 12 - Slide

Vragen?
  • Vragen?
  • Succes deze week! Vragen? Stel ze in de chatfunctie van teams.
    Volgende week weer een teamsles op dinsdag het eerste uur.
  • Bonne chance!
  • Au revoir! Prenez soin de vous! (Zorg goed voor jullie zelf)

Slide 13 - Slide