10.4 Vergelijkingen

10.4 Vergelijkingen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

19 maart
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10.4 Vergelijkingen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

19 maart

Slide 1 - Slide

 Programma                           
  • Start
  • Lesdoel
  • Terugblik
  • Uitleg 
  • Aan de slag 
  • Afsluiting





Slide 2 - Slide

Lesdoelen

In deze les ..


.. leer je wat een vergelijking is.

.. leer je hoe je een vergelijking oplost.





Slide 3 - Slide

Vergelijkingen en formules
De letter(s) waarvan je de waarde niet weet noemen we een variabele.


Een formule heeft twee variabelen.           = 3 + 2
Een vergelijking heeft één variabele.         8 = 3 + 2

Slide 4 - Slide

Vragen over het huiswerk?

Slide 5 - Mind map

Hoe los je een wiskunde opgave op? 
Stappenplan
Stap 1:  Voorbereiden (Wat weet je al?)
Stap 2: Aanpak kiezen
Stap 3: Bereken
Stap 4: Antwoord geven
Stap 5: Controle 

 samen 16 en 19

Slide 6 - Slide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = a + 2

a = 1a
-a = -1a
Bespreken 10.3

Slide 7 - Slide

Formule opstellen of maken
Onderstaand stappenplan kun je gebruiken bij een tekst, tabel, grafiek of twee gegeven punten.

Stap 1   Maak een tabel bij de grafiek. Vul hierin twee roosterpunten. (Of neem deze over)
Stap 2   Lees de beginwaarde af of bereken deze.

Stap 3  Is de grafiek een stijgende of dalende lijn?
Stap 4  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale stap van 1? 
          Dit noemen wij de stapgrootte of hellingsgetal.

Stap 5 Maak de formule
          Vervang de onderstaande woorden voor wat je nu weet.


Op welke punt raakt de grafiek de verticale as?
Wat wil je berekenen? = beginwaarde +/- stapgrootte x Wat weet je? 
Wat staat er bij de verticale as?
Wat staat staat er bij de onderste rij?
Wat staat er bij de horizontale as?
Wat staat staat er bij de bovenste rij?

Slide 8 - Slide

Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (klas 1)



Balansmethode (klas 2 en hoger)                                                                                                                 





Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q+32

Slide 9 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

       6 q + 32 = 71
   
   

Slide 10 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
     -32          -32
     
   

Slide 11 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
            -32   -32
        6 q     = 39
   
   

Slide 12 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
           -32   -32
         6 q   = 39
         : 6       :6
     
   

Slide 13 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
           -32   -32
         6 q   = 39
         : 6       :6
           q   = 6,5
     
   

Slide 14 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
           -32   -32
         6 q   = 39
         : 6       :6
           q   = 6,5
     
   
samen 24

Slide 15 - Slide


Los de vergelijking op!
60 a + 40 = 310

Slide 16 - Open question

Aan de slag

Maak: paragraaf 10.4 (eigen leerroute), 31c en 32

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen van zonet nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 17 - Slide

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?




Slide 18 - Slide



Noteer hieronder een compliment voor jezelf!
Wat ging deze les goed? 

Slide 19 - Open question