Examentraining rekenen 4 BB & 4 KB

Examenoefeningen 
Hierbij nog wat reken-oefeningen met zaken die vast voorkomen bij het examen. 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examenoefeningen 
Hierbij nog wat reken-oefeningen met zaken die vast voorkomen bij het examen. 

Slide 1 - Slide

Door sluiting van V&D verloren 10.000 werknemers hun baan. Van hen hadden 1.200 werknemers meteen een nieuwe baan zonder inschrijving bij het UWV. Van de overige werknemers hebben zich er 3.000 niet ingeschreven bij het UWV.
Bereken hoeveel procent van de ontslagen werknemers van V&D zich na sluiting heeft ingeschreven bij het UWV.
A
12%
B
42%
C
58%
D
88%

Slide 2 - Quiz

Colombia heeft 20.000.000 inwoners. Van hen kan 31% niet lezen en
schrijven.
 Bereken hoeveel inwoners van Colombia niet kunnen lezen en schrijven.
Schrijf je berekening op.

Slide 3 - Open question

Bereken de benzinekosten per schoolweek voor Amin om met de
snorscooter naar zijn opleiding te gaan en terug naar huis. Schrijf je
antwoord op en rond af op twee decimalen met een €


Slide 4 - Open question

van maand naar week en van week naar maand

Slide 5 - Slide

Joris verdient 575 euro per week. Wat verdient Joris per maand?

Slide 6 - Open question

REKENEN MET PROCENTEN

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan een percentage van een getal uitrekenen.
  • Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen.
  • Je kan een verschil in procenten uitrekenen.
  • Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.

Slide 8 - Slide

Je kan een percentage van een getal uitrekenen

Als je het percentage van een aantal
wilt weten heb je de volgende formule:

1.  Aantal : 100 x percentage




Slide 9 - Slide

Je kan een percentage van een getal uitrekenen
Bijvoorbeeld:
78% van de 28 leerlingen heeft zijn/haar huiswerk gemaakt.
Hoeveel leerlingen hebben zijn/haar huiswerk gemaakt?
(Rond je uitkomst af op een heel getal.)
1.  28 / 100 x 78 = 22 leerlingen

Slide 10 - Slide

In 2020 zijn er in Nederland 1,8 miljoen bedrijven. Tijdens de economische crisis die door corona is ontstaan, gaat 15% daarvan failliet.
Hoeveel bedrijven gaan er failliet?
A
270.000
B
12.000
C
120.000
D
27.000

Slide 11 - Quiz

Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen

Als je wilt weten hoeveel iets van een totaal is. Je hebt nu geen percentage, want die ga je berekenen.

Formule:
 wat : waarvan x 100%
Of 
Deel : Geheel x 100%

Slide 12 - Slide

Je kan een gedeelte van een totaal in procenten uitrekenen

Bijvoorbeeld: Je inkomen is € 60,- en daarvan geef je € 14,- uit. Hoeveel procent geef je uit?

Je stelt je zelf de vraag: 1. Welk (wat)  aantal vragen ze je? € 14,-
                                                    2. Welk getal is het geheel?  (waarvan) € 60,-
  € 14 / € 60 x 100% = 23,3%

Slide 13 - Slide

In 2019 waren er op onze school 582 examenkandidaten. Na afloop van het examen waren 568 examenkandidaten geslaagd.
Hoeveel procent is geslaagd?
A
102,5%
B
2,4%
C
97,6%
D
87,4%

Slide 14 - Quiz

Je kan een verschil in procenten uitrekenen

Als je een procentuele stijging of daling
wilt berekenen gebruik je de formule: 
 

Het verschil delen door het getal waarmee je het moet vergelijken x 100

Slide 15 - Slide

Je kan een verschil in procenten uitrekenen
Bijvoorbeeld: 
Leerlingen hadden voor het eerste proefwerk gemiddeld een 6,5 en voor het tweede proefwerk hadden ze gemiddeld een 7,3 als behaald cijfer.
Hoeveel procent is het gemiddelde cijfer gestegen?


Het verschil delen door het getal waarmee je het moet vergelijken x 100

Slide 16 - Slide

In januari 2019 waren er 321.000 mensen werkloos. In januari 2020 waren er 310.000 mensen werkloos. Hoeveel procent is de werkloosheid afgenomen?
A
3,5%
B
3,4%
C
210%
D
2,7%

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.



Het kan zijn dat de 100% niet bekend is. In dat geval ga je kijken welk getal met bijbehorend percentage je wel weet. Dit zet je in een verhoudingstabel.

Slide 19 - Slide

Je kan rekenen met procenten, wanneer het totaal (100%) niet bekend is.

Bijvoorbeeld: De verkoopprijs inclusief 21% BTW van een iPad is €520,-. Hoeveel is de verkoopprijs exclusief de BTW?

In dit geval weet je niet de 100%. Want de verkoopprijs inclusief de 21% BTW is dus in totaal 121%. Met een verhoudingstabel kun je dit uitrekenen.

Slide 20 - Slide

Je typt dus in op je rekenmachine: 

520:121x100 = €429,75

Slide 21 - Slide

Op een school locatie in Elst werken 70 vrouwen. Dat is 40% van het personeel.
Hoeveel mensen werken er op deze locatie?
A
86
B
28
C
168
D
175

Slide 22 - Quiz