This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
OMGANGSKUNDE
boek sportleider als begeleider
DEEL 2
hoofstuk 3-5
doelgroep & het bassischool kind
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
welke is geen welzijnsgroep?
A
lichamelijke welzijn
B
geestelijke welzijn
C
ontwikkeling welzijn
D
sociaal welzijn
Slide 2 - Quiz
waarom?
je hebt :
lichamelijke welzijn ( lichaam en gezondheid)
geestelijke welzijn ( hoe je voelt)
materieel welzijn (geld en bezittingen )
sociaal welzijn (contacten en relaties)
cultureel welzijn ( beleving)
ontwikkelingswelzijn bestaat niet ( heb ik verzonnen)
waaraan wordt de cognitieve ontwikkeling van de kleuter gekenmerkt?( 2 antwoorden zijn juist)
A
fantasie
B
school onrijpheid
C
abstract denken
D
concreet denken
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
welke fase hoort bij welk jaar ???
0-1 jaar
1-2 jaar
vanaf 5 jaar
2-5 jaar
Voortalige fase
vroeg-talige fase
fase van voltooiing
differentiatiefase
Slide 4 - Drag question
This item has no instructions
wat is een lichamelijke ontwikkeling bij een jonge schoolkind?
A
lichamelijke groei naar een harmonische lichaamsverhouding
B
niet willen sporten
C
veel slapen
D
aandacht voor leren en oefenen
Slide 5 - Quiz
waarom?
er zijn 6 lichamelijke ontwikkeling bij het jonge schoolkind dat is:
- lichamelijke groei naar een harmonische lichaamsverhouding
- motorische ontwikkeling gekenmerkt door een goede oog-handcoördinatie
- rekening houden met intensiteit
- aandacht voor leren en oefenen
- ontstaan spelinzicht
- hoge sportdeelname
welke oefening is het meest geschikt voor het jonge schoolkind ( er zijn 2 antwoorden juist )
A
spijkerbroek hangen
B
400 meter sprint
C
tik spel
D
60 meter sprint
Slide 6 - Quiz
waarom?
de krachtsontwikkeling van het jonge schoolkind is nog niet volledig ze kunnen activiteiten doen war ze kracht moeten leveren maar ze kunnen dit niet te lang doen er treed snel verzuring op. spijkerbroek hangen& 400meter sprint duurt dus te lang
wat wordt er verstaan onder motorische gevoelige leeftijd?
A
den leeftijd om motorische vaardigheden niet het beste te leren ( ouderen schoolkind )
B
zowel de fijne motoriek als de grove motoriek is in deze leeftijd fase uitstekend
C
het oudere schoolkind is ontzettend leergierig en prestatiegericht
D
de verschillen tussen jongens en meiden worden groter
Slide 7 - Quiz
waarom?
zowel de fijne motoriek als de grove motoriek is in deze leeftijd fase uitstekend deze jaren zijn in de sport dan ook de optimale leerperiode voor een kind.
de verschillen tussen jongens en meiden gebeurt in de gewone motorische ontwikkeling
het oudere schoolkind is ontzettend leergierig en prestatiegericht dit gebeurt in de cognitieve ontwikkeling
hoe noem je iemand met meerdere ernstige aandoeningen?
A
meervoudige beperking
B
co-morbiditeit
C
ernstige verstandelijke beperking
D
meervoudige aandoening
Slide 8 - Quiz
Meervoudige beperkingen:
Wanneer een persoon meerdere beperkingen heeft die als ernstig gezien wordt, dan is er sprake van een meervoudige beperking. Een meervoudige beperking is meer dan een optelsom.De beperkingen versterken elkaar, omdat de compensatie mogelijkheden vervallen.
Welke 3 gedetailleerde onderwerpen gebruik je bij een beschrijving van een doelgroep? er zijn meerdere antwoorden goed
A
kenmerken
B
problemen van een groep
C
wat ze die dag gedaan hebben
D
behoeften
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Wat zouden jullie zelf een moeilijke aandoening vinden om mee te werken als sportleider, leg ook uit waarom?