Herhaling woordsoorten klas 2HV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands

Weet je het nog?

*Telefoon op stil en in de telefoontas

*Kauwgom in de prullenbak

Leesboek, lesboek, pen, schrift en Chromebook op tafel

Laptop is dicht tijdens de uitleg

Tas onder je tafel of hangt achter je stoel.

Lesprogramma:

*Lezen (10min)

*HerhalingGrammatica/woordsoorten* Uitleg en oefenen (lesson up)

*Bespreking boekenvlog (filmpje)

*https://www.youtube.com/watch?v=DLfkmvilMRs

*https://www.youtube.com/watch?

v=O1hyNMNljEo

We lezen 10 minuten stil

Gezegde + Onderwerp + LV

Gezegde = alle werkwoorden in een zin 

Onderwerp: wie/wat + gezegde?

Lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp?

Ik kan haar morgen bezoeken.

Wat is het gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp?

Lijdend voorwerp (LV)

Vraag: wat/wie + onderwerp + gezegde?

Het LV komt voor in zinnen met werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten.

Een LV begint nooit met een voorzetsel.

1. Zoek de pv, het wwg, het o en het lv uit de volgende zinnen.

2. Verdeel daarna de zin in zinsdelen.

1. Met de nieuwe inrichting  zal de woonkamer een stukje gezelliger worden.

2. De slechte oogst is zonder twijfel het gevolg van langdurige droogte.

3. Helaas werd de camera boven het stoplicht niet door de automoilist opgemerkt.

Wat is een zinsdeel?

1. een stukje informatie
2. kan uit één woord bestaan
3. kan uit meerdere woorden bestaan
4. het is een deel van een zin

ik / wil / naar huis
Alles wat voor de pv kan staan, is een zinsdeel. Wat is zeker een zinsdeel?

1. ik
2. naar huis
3. wil
4. niets

Wat is geen zinsdeel?

1. Persoonsvorm (pv)
2. Onderwerp (ow)
3. Lijdend voorwerp (lv)
4. Zelfst. naamwoord (zn)

Maak zelf drie zinnen met een pv,wwg,o en lv in

Lesafsluiting/opruimen

1. Nader uitleg?

2.Wat vond je moeilijk, lastig?

Welk cijfer geef je jezelf vandaag?