Formuleren §3 + §4: herhaling

Formuleren §3 + §4: herhaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Formuleren §3 + §4: herhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

We gaan vandaag..
... nieuwe LessonUp vragen ontdekken.
... verwijswoorden herhalen.
... huiswerk bespreken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik heb ....% zin in de les.
0100

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

1
2
3

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Zo voel ik me vandaag:
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Verwijzen met deze, die, dit, dat

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig naamwoord
Verwijswoord
Mannelijk / vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
De, deze, die
Het, dit, dat
De, deze, die
Het, dit, dat
De, dit, deze

Slide 7 - Drag question

Laat lln de opdracht invullen. 

Herhaal daarna en laat zien met voorbeelden.
Rob kocht de rode kano, die hij op internet had gezien.

Slide 8 - Slide

Wat is het verwijswoord - waar verwijst het naar - waarom is dit verwijswoord gebruikt.
Van alle partijen komt deze het meest voor dieren op.

Slide 9 - Slide

Wat is het verwijswoord - waar verwijst het naar - waarom is dit verwijswoord gebruikt.
Vul in: Het boek ... ik gisteren heb gelezen, was echt spannend.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De huizen in mijn straat zijn mooi, maar ... huizen aan de overkant zijn echt prachtig.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het voelt goed om te wandelen in de natuur, dat brengt rust en ontspanning.

Waarom is in bovenstaande zin het verwijswoord 'dat' gebruikt?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Heel goed!
Verwijzen met die, dit, dat en deze hebben we herhaald!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
ev, mannelijk
ev, vrouwelijk
ev, onzijdig
mv, personen
mv, dingen

Slide 14 - Slide

vul in op het Whiteboard!

bespreek:
mannelijke en vrouwelijke woorden zijn te herkennen aan het lidwoord de. 
vrouwelijke woorden eindigen vaak op:
-de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek,-teit, -nis

onzijdige woorden zijn te herkennen aan het lidwoord 'het'. 

personen en dieren/dingen spreken voor zich.
Huiswerk bespreken
Formuleren §4, blz 236
Opdracht 1 t/m 3 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe goed beheers je deze stof?
Ik snap er geen bal van.
Ik begrijp het wel, maar ik heb nog (veel) herhaling nodig.
Ik begrijp het helemaal! Easy peasy!
Ik heb nog veel vragen..

Slide 16 - Poll

This item has no instructions