V5 Grieks Homeros

V5 Grieks Homeros
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

V5 Grieks Homeros

Slide 1 - Slide

Deel 1
Het Prooimion

Slide 2 - Slide

v1: ἐννεπε correspondeert met:
A
v.9: ἀφειλετο
B
v.10: θεά
C
v.10: εἰπε
D
v.10: ἡμῖν

Slide 3 - Quiz

Het aanroepen van de Muze om inspiratie heet een
A
invocatio
B
advocatio
C
allocutio
D
seance

Slide 4 - Quiz

Niet iedereen gelooft dat de Odyssee het werk is van één persoon maar een soort lappendeken van verschillende teksten. Een argument is dat in het prooimion een belangrijk aspect van de Odyssee niet genoemd wordt. Welk?

Slide 5 - Open question

Een voorbeeld van tmesis?
A
v2: ἐπει....ἐπερσε
B
v4: πολλα....παθεν
C
v4-5παθεν...ὅν κατα θυμον
D
v.8-9: κατα...ἠσθιον

Slide 6 - Quiz

Wie is de muze van het epos eigenlijk?
A
Kalliope
B
Klio
C
Euterpe
D
Melpomene

Slide 7 - Quiz

Calypso

Slide 8 - Slide

Hoe lang was Odysseus bij Kalypso?
A
drie maanden
B
tien maanden
C
twee jaar
D
zeven jaar

Slide 9 - Quiz

vv. 201-210: noem drie argumenten waarmee Kalypso Odysseus probeert over te halen

Slide 10 - Open question

vv.201-210
Kalypso is een godin; maar waar staat dat hier in deze tekst?

Slide 11 - Open question

tekst b. v.221: τις θεων: wie zou dat waarschijnlijk zijn?
A
Poseidon
B
Kalypso
C
Athena
D
Hera

Slide 12 - Quiz

Tekst b. v.216: πολυμητις
Hoe noem je zo'n woord?

Slide 13 - Open question

De Kykloop

Slide 14 - Slide

De tekst over de Kykloop volgt in de Odyssee op die over Kalypso. Komt dat ook overeen met de chronologie?

Slide 15 - Open question

vv.342-345: bij welke vorm ontbreekt het augment?
A
344 μαρψας
B
344 ὁπλισσατο
C
προσηυδων
D
345 παραστας

Slide 16 - Quiz

v.350: μαίνεαι: wat is de vorm?
A
infinitivus aor
B
indicativus praes.
C
imperativus praesens
D
optativus aor.

Slide 17 - Quiz

Einde

Slide 18 - Slide