Basisstof 1

Thema 4 
Voeding en vertering


Basisstof 1 Voedsel 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 
Voeding en vertering


Basisstof 1 Voedsel 

Slide 1 - Slide

Minitoets (geen pta)  hoofdstuk 4 op dinsdag 6 december! 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je kunt de werking van enzymen beschrijven
Je kan manieren noemen waarop voedsel wordt geconserveerd

Slide 3 - Slide

Welke organismen worden gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er onder andere tijdens de gisting?
A
De gistende wijn krijgt een zoete smaak
B
Er wordt koolzuurgas en alcohol gevormd
C
Er ontstaat mist
D
Pitten en schillen lossen op in de wijn

Slide 5 - Quiz

Wat doen melkzuurbacteriën?
A
Melksuiker omzetten in eiwitten
B
Melksuiker omzetten in eiwitten
C
Melksuiker omzetten in melkzuur
D
Melksuiker omzetten in koolhydraten

Slide 6 - Quiz

Stofwisselingsprocessen
Stoffen worden omgezet in andere stoffen 


Assimilatie en fotosynthese 

Slide 7 - Slide

Wat is de vergelijking van fotosynthese?

Slide 8 - Open question

Voedselproductie door bacterien en schimmels
Bacterien en schimmels kunnen koolhydraten omzetten in stoffen die nuttig zijn bij de productie van voedingsmiddelen.
Gisten en het ontstaan van melkzuur zijn voorbeelden van stofwisselingsprocessen.
  • Voedselproductie door bacterien en schimmels
  • Wat zijn enzymen
  • Enzymactiviteit

Slide 9 - Slide

Bacteriën
  • Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
  • Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
                        Voorbeeld melksuiker.
                        Melkzuur komt vrij als afvalstof

Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk(melksuiker) om melkzuur te vormen.
 
Bacteriën

Slide 10 - Slide

Bacteriën
  • Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
  • Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
                        Voorbeeld melksuiker.
                        Melkzuur komt vrij als afvalstof
  • Gisten zijn eencellige schimmels 
  • Gistcellen gebruiken koolhydraten als voedsel. 
  • Gisten zetten energierijke stoffen om in CO2 en alchool.
  • In gistcellen vindt gisting plaats. 
Schimmels

Slide 11 - Slide

Enzymen
  • Enzymen zijn eiwitten die scheikundige reacties versnellen.
     De stofwisseling (fotosynthese, verbranding, assimilatie)
  • Enzymen worden niet verbruikt!
  • Enzymen werken specifiek: ze werken maar voor 1 soort stof

Slide 12 - Slide

Enzymen
  • Enzymactiviteit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
  • De temperatuur beïnvloed de enzymactiviteit volgens een optimumkromme
  • De zuurgraad beïnvloed de enzymaciviteit

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Conserveren van voedsel
  • De enzymen in bacteriën en schimmels kunnen voedsel   bederven.
  • Door voedsel te conserveren worden de omstandigheden  voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
  • Ook kunnen er  additieven aan toegevoegd worden. (conserveermiddelen, kleur-, geur- of smaakstoffen)

Slide 17 - Slide

Enzymen 

- Helpen bij het versnellen van stofwisselingsreacties 


Slide 18 - Slide

Enzymen 

- Helpen bij het versnellen van stofwisselingsreacties 
- Zijn eiwitten

Slide 19 - Slide

Enzymen 

- Helpen bij het versnellen van stofwisselingsreacties 
- Zijn eiwitten
- Één enzym versnelt één proces


Slide 20 - Slide

Enzymen 

- Helpen bij het versnellen van stofwisselingsreacties 
- Zijn eiwitten
- Één enzym versnelt één proces
- Meerdere enzymen in een cel 

Slide 21 - Slide

Enzym als schaar

Slide 22 - Slide

Enzym als schaar

Slide 23 - Slide

Enzym als schaar

Slide 24 - Slide

Enzym als schaar

Slide 25 - Slide

Enzym als schaar

Slide 26 - Slide

Enzym als lijm

Slide 27 - Slide

Enzym als lijm

Slide 28 - Slide

Enzym als lijm

Slide 29 - Slide

Enzym als lijm

Slide 30 - Slide

Enzymactiviteit 
- De snelheid waarmee een enzym 
de reactie versneld
- Twee factoren
  * Temperatuur
  * Zuurgraad 
- Optimum

Slide 31 - Slide

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk

Slide 32 - Quiz

Voedsel conserveren 
1. Koel bewaren

Slide 33 - Slide

Voedsel conserveren 
1. Koel bewaren
2. Pasteuriseren (72 graden)
 

Slide 34 - Slide

Voedsel conserveren 
1. Koel bewaren
2. Pasteuriseren (72 graden)
3. Steriliseren  (130-140 graden)

Slide 35 - Slide

Voedsel conserveren 
1. Koel bewaren
2. Pasteuriseren (72 graden)
3. Steriliseren  (130-140 graden)
4. Drogen

Slide 36 - Slide

Voedsel conserveren 
1. Koel bewaren
2. Pasteuriseren (72 graden)
3. Steriliseren  (130-140 graden)
4. Drogen
5. Luchtdicht verpakken 

Slide 37 - Slide

Natuurlijke conserveermiddelen 

*langer houdbaar maken van voedsel 

Zuur
Zout
Suiker 



Kunstmatige conserveermiddelen

Kleurstoffen
Geurstoffen
Smaakstoffen 

= additieven 


Slide 38 - Slide

drogen
vacuum verpakken
conserverings-
middel
toevoegen

Slide 39 - Drag question

Aan het werk!
Maak opdracht 1 t/m 5 van basisstof 1 thema 4

Klaar?
Kijk de opdrachten na
óf maak een samenvatting van bs 1

Slide 40 - Slide