§ 1.1 Materialen

§1.1 Materialen
H1 Materialen en stoffen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§1.1 Materialen
H1 Materialen en stoffen

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik: 
  1. een aantal materiaal- en stofeigenschappen benoemen.
  2. het verschil uitleggen tussen een grootheid en een eenheid (extra)
  3. berekeningen maken met dichtheid

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 2 - Slide

Waarom worden flessen cola gemaakt van plastic en bijvoorbeeld niet van glas?

Slide 3 - Open question

Materiaal en stofeigenschappen
Welk materiaal je kiest, hangt af van de eigenschappen van het materiaal.

  • Eigenschappen van materialen heten materiaaleigenschappen.
  • Eigenschappen van zuivere stoffen heten stofeigenschappen.
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 4 - Slide

Stofeigenschappen
  1. Kleur, geur, (smaak)
  2. Oplosbaarheid
  3. Hydrofiel (polair) of hydrofoob (apolair)
  4. Smelt- en kookpunt
  5. Warmte- en stroomgeleiding
  6. Elasticiteit
  7. Hardheid
  8. Dichtheid
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 5 - Slide

Wat is verschil tussen grootheid en eenheid.

Slide 6 - Open question

Grootheid en eenheid
  • Een grootheid is iets wat je kunt meten. 
  • Een eenheid is de maat waarmee je meet. 


Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 7 - Slide

Dichtheid
De dichtheid is de massa van een stof of materiaal per eenheid van volume. 

  • ρ is de dichtheid in kilogram per liter (kg/L)
  • m is de massa in kilogram (kg)
  • V is het volume in liter (L)


Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 8 - Slide

Dichtheid
ρwater = 0,9982 kg/L (0,9982 g/mL)
dus 1 L water heeft een massa van 0,9982 kg

ρalcohol = 0,80 g/cm3
dus 1 cm3 alcohol heeft een massa van 0,80 g



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 9 - Slide

Stappenplan bij berekeningen
  1. Lees de tekst en onderstreep de gegevens.
  2. Schrijf de gegeven grootheden op met bijbehorende eenheid.
  3. Schrijf de formule op van de gevraagde grootheid.
  4. Zorg dat de eenheden van de gegevens bij elkaar passen (eventueel dus omrekenen).
  5. Reken de gevraagde grootheid uit met de formule.
  6. Controleer je antwoord en of deze de juiste eenheid heeft (eventueel dus omrekenen).
  7. Geef antwoord op de vraag.
  8. Controleer of je antwoord logisch is. 



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Annejelle heeft een metalen blokje met een volume van 18 cm3. De massa van het blokje is 49 g.

1. Bereken de dichtheid van het blokje.
2. Van welke stof is het blokje gemaakt?



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 11 - Slide

Oefenen
Khalid heeft een blokje aluminium met een massa van 1,35 kg. Hij wil het volume van het blokje berekenen, dus heeft hij de dichtheid van aluminium opgezocht: 2,7 g/cm3

Bereken het volume van het blokje in liters.



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen
Uitwerking
1. zie tekst

2. m = 1,35 kg
ρ = 2,7 g/cm3
V = ?

3. V = m / ρ

4. m = 1,35 kg = 1350 g

5. V = 1350 / 2,7 = 500

6. V = 500 cm3 = 0,5 dm3 = 0,5 L

7. Het blokje heeft een volume van 0,5 L
TIP
1 L = 1 dm3

Slide 12 - Slide