stamgroepen

1 / 14
next
Slide 1: Video
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij
deles
vocatis
delet
vocant
audimus
voco
deleo
audit
vocant
audis

Slide 2 - Drag question

In deze les...
1. Stamgroepen + oefening stamgroepen
2. Esse en posse + oefeningen met esse en posse
3. Huiswerk: 
Leer de woorden bij tekst 6 in je Tekstboek
Lees: blz.18 Tekstboek

Slide 3 - Slide

Vier stamgroepen:

Slide 4 - Slide

Vier stamgroepen:

Slide 5 - Slide

Vier stamgroepen:

Slide 6 - Slide

Vier stamgroepen:

Slide 7 - Slide

a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam
delere
relinquere
finire
ducere
dare
narrare
audire
terrere

Slide 8 - Drag question

a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam
deles
relinquit
finiunt
ducunt
damus
narratis
audit
terrent

Slide 9 - Drag question

De gemengde groep
  • Er is ook nog een gemengde groep werkwoorden
  • Deze gemengde groep wordt vervoegd zoals de werkwoorden met een i-stam
  • Alleen de infinitivus (hele werkwoord) en de gebiedende wijs hebben een -e- in plaats van een   -i-!
cape-re:
capi-o
capi-s
capi-t
capi-mus
capi-tis
capi-u-nt

  • In de woordenlijst staat capere/io

  • Opdracht: schrijf het rijtje van cupere/io op

Slide 10 - Slide

Esse (zijn) en posse (kunnen)



esse en posse zijn onregelmatige werkwoorden: ze worden anders vervoegd dan jullie hebben geleerd

Slide 11 - Slide

esse - zijn

sum - ik ben
es - jij bent
est - hij/zij/het is
sumus - wij zijn
estis - jullie zijn
sunt - zij zijn
es/este - wees(t)!

Vragen
1. Wat zijn de uitgangen van esse?
2. Welke twee stammen heeft esse?
posse - kunnen

possum - ik kan
potes - jij kunt
potest - hij/zij/het kan
possumus - wij kunnen
potestis - jullie kunnen
possunt - zij kunnen


Vragen
3a. Wat valt op aan de vormen van posse?
3b. Uit welke twee delen zijn de vormen van posse dus samengesteld?

Slide 12 - Slide

Vertaal onderstaande ww-vormen.
Klaar? Lees Tekstboek blz. 18

a. potes
b. sunt
c. este
d. possumus
e. potestis
f. sum
g. sunt
h. esse




  • a. jij kunt
  • b. zij zijn
  • c. wees(t)
  • d. wij kunnen
  • e. jullie kunnen
  • f. ik ben
  • g. zij zijn
  • h. (te) zijn

Slide 13 - Slide

ik kan
jij kunt
hij/zij/het kan
wij kunnen
jullie kunnen
zij kunnen
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
potes
possumus
potest
sunt
sum
possum
potestis
sumus
es
possunt

Slide 14 - Drag question