2A T2 L3: motieven om een onderneming te starten

Dinsdag 1 februari
1 / 51
next
Slide 1: Slide
EconomieSecundair onderwijs

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 1 februari

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan de begrippen zelfstandige en werknemer uitleggen.
  • Ik kan voorbeelden geven van de verschillende beroepscatergorieën.

Slide 2 - Slide

Noem 2 redenen waarom mensen gaan werken?

Slide 3 - Open question

Soorten beroepscategorieën
  • zelfstandige
  • werknemer

Slide 4 - Slide

Wat weet jij over het woord 'zelfstandige'?

Slide 5 - Open question

ZELFSTANDIGE
  • werkt voor eigen rekening
  • ontvangt hiervoor een vergoeding (= winst)

Slide 6 - Slide

Soorten beroepscategorieën
  • zelfstandige
  • werknemer

Slide 7 - Slide

Wat weet jij over het woord 'WERKNEMER'?

Slide 8 - Open question

WERKNEMER of loontrekkende
  • werkt niet voor eigen rekening
  • maar onder gezag van een werkgever
  • heeft een arbeidsovereenkomst
  • ontvangt hiervoor een vergoeding

Slide 9 - Slide

Even inoefenen
Jullie krijgen foto's te zien. Bij welke beroepscategorie hoort de foto?
(Kies uit werknemer of zelfstandige)

Slide 10 - Slide

Bij wie hoort deze t-shirt?
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 11 - Quiz

Er is een arbeidsovereenkomst.
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 12 - Quiz

Wie is het mannetje vooraan op de foto?
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 13 - Quiz

Wie is het mannetje in het midden (vooraan) op de foto?
(hij leidt de vergadering)
A
een zelfstandige
B
een werknemer

Slide 14 - Quiz

We zijn er nog niet ....
want .... er zijn 
verschillende soorten zelfstandigen 
en 
verschillende soorten werknemers

Slide 15 - Slide

soorten werknemers
Wat is het verschil tussen de 2 foto's die zo dadelijk zal zien?

Slide 16 - Slide

foto 1
foto 2

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen de 2 foto's die je zag?

Slide 18 - Open question

  • foto 1 - BEDIENDE
  • foto 2 - ARBEIDER

Slide 19 - Slide

  • doet hoofdarbeid
  • ontvangt een salaris
  • doet handenarbeid
  • ontvangt een loon
bediende
arbeider

Slide 20 - Slide


A
bediende
B
arbeider

Slide 21 - Quiz


A
bediende
B
arbeider

Slide 22 - Quiz


A
bediende
B
arbeider

Slide 23 - Quiz


A
bediende
B
arbeider

Slide 24 - Quiz


A
bediende
B
arbeider

Slide 25 - Quiz

soorten zelfstandigen

Slide 26 - Slide

ondernemer
  • koopt en verkoopt G en D
  • als beroep
  • wil winst maken
  • werkt voor eigen rekening
ambachtsman
vrij beroep
  • vooral diensten
  • werkt voor eigen rekening
  • bepaalde studies
  • wettelijke regels
  • werkt voor eigen rekening

Slide 27 - Slide

Enkele voorbeelden
Kijk en luister goed!

Slide 28 - Slide

Vrij beroep
  • bepaalde studie
  • wettelijke regels
  • eigen rekening

Slide 29 - Slide

Vrij beroep
  • bepaalde studie
  • wettelijke regels
  • eigen rekening

Slide 30 - Slide

Ambachtsman
  • levert een dienst
  • eigen rekening

Slide 31 - Slide

Ambachtsvrouw
  • levert een dienst
  • eigen rekening

Slide 32 - Slide

Ondernemer
  • koopt en verkoopt goederen
  • beroep
  • maakt winst
  • eigen rekening

Slide 33 - Slide

Even inoefenen

Slide 34 - Slide

Bediende en arbeider behoren tot de groep van de ...
A
zelfstandigen
B
werknemers

Slide 35 - Quiz

Ambachtsman, ondernemer en vrije beroepen behoren tot de groep van ....
A
zelfstandigen
B
werknemers

Slide 36 - Quiz

Wie zegt: "Ik heb een arbeidsovereenkomst."
A
zelfstandige
B
werknemer

Slide 37 - Quiz

Welk kenmerk past meer bij een werknemer?
A
werkt graag voor eigen rekening
B
durft riscio's nemen
C
wil graag vaste werkuren

Slide 38 - Quiz

Welke eigenschap past niet bij een loontrekkende?
A
werkt voor een werkgever
B
werkt onder toezicht
C
er is geen gezagsverhouding
D
ontvangt een loon

Slide 39 - Quiz

Iemand die niet onder het gezag van een werkgever werkt, is een ...
A
zelfstandige
B
bediende
C
arbeider
D
loontrekkende

Slide 40 - Quiz

Ik heb de les begrepen.
Ja
Neen

Slide 41 - Poll

Ik ken het verschil tussen een zelfstandige en een werknemer.
JA
NEEN

Slide 42 - Poll

Noteer 1 verschil tussen een zelfstandige en een werknemer.

Slide 43 - Open question

Ik ken de 2 soorten werknemers.
JA
NEEN

Slide 44 - Poll

Welke 2 groepen zijn er bij de werknemers?

Slide 45 - Open question

Ik ken de 3 soorten zelfstandigen
JA
NEEN

Slide 46 - Poll

Welke 3 groepen zijn er bij de zelfstandigen?

Slide 47 - Open question

Stel 2 'toetsvragen' over deze les.

Slide 48 - Open question


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 50 - Poll


Leg in je eigen woorden uit wat het leerdoel van deze les was.

Slide 51 - Open question