Actieve en passieve zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Lesdoel

Aan het einde van deze les weet je wat actieve en passieve zinnen zijn, kun je de zinnen herkennen én veranderen. 

Kenmerken van een actieve zin

Het onderwerp is actief

Voorbeeld

De kinderen maken een foto

Waarom actieve zinnen?

•  Ze zijn makkelijker te lezen.
• Ze zijn duidelijker.
• Meestal zijn ze ook korter.
• Ze zijn overtuigender

Kenmerken van een passieve zin

• Het onderwerp is passief
• Er staat een VD in
• Pv is een vorm van worden/zijn!
• Er staat (vaak) een zinsdeel in met 'door'

Voorbeeld

De foto wordt door de kinderen gemaakt

Dus:

Actief:    De kinderen maken een foto. 

Passief: De foto wordt door de

                  kinderen gemaakt.

Is de zin actief of passief?

De winkeliers richten hun etalage in.

1. Passief
2. Actief

De kaarten worden door veel mensen gekocht.

1. Actief
2. Passief

Volwassen geven weinig cadeau's.

1. Actief
2. Passief

Ze vinden Valentijnsdag onzin.

1. Passief
2. Actief

Kaartjes en berichten worden wel door jongeren gestuurd.

1. Passief
2. Actief

De 14e februari wordt vooral door winkeliers gewaardeerd.

1. Actief
2. Passief

Ik heb het proefwerk goed gemaakt.

1. Actief
2. Passief

Door alle leerlingen is het proefwerk goed gemaakt.

1. Actief
2. Passief

Door de juf zijn alle proefwerken nagekeken.

1. Passief
2. Actief

De juf heeft alle proefwerken beoordeeld.

1. Passief
2. Actief

De voetballer scoort een geweldig doelpunt.

1. Actief
2. Passief

De scheidsrechter heeft het doelpunt afgekeurd.

1. Passief
2. Actief

Door de trainer is bezwaar gemaakt.

1. Passief
2. Actief

Maak de zin passief.
De jongens stelen de bal uit de tuin.

Maak de zin passief.
Klas 2A11 maakt een nieuwe opdracht.

Maak de zin passief.
Brent onderstreept de fouten.

Maak de zin actief.
De fout wordt door Thibault ontdekt.

Maak de zin actief.
Een liedje wordt door hem gezongen.

Groene kaders!