Woorden en zinnen uit het boek moet jij van NL naar EN en andersom kunnen vertalen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Toetsweek 2:(volgende week)
Proefwerk Unit 3
Wat moet jij leren?
alle woorden, zinnen en grammatica Unit 3
Woorden en zinnen uit het boek moet jij van NL naar EN en andersom kunnen vertalen
Slide 1 - Slide
GRAMMAR – MAY / MIGHT
Read the situation. Then complete the sentences.
Use may or might.
Slide 2 - Slide
Je vertelt dat je HEEL MISSCHIEN het eerste uur op school zal komen om te leren. I..................... come to school earlier to study.
may
might
Slide 3 - Poll
Je legt uit dat je favoriete kledingstuk MISSCHIEN een spijkebroek is. Jeans .................... be my favourite toy, because they are so comfortable!
may
might
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
GRAMMAR – ADVERBS
Complete the sentences. Make adverbs from the words given.
Slide 8 - Slide
(gentle) The dog took his treat ................ .
Slide 9 - Open question
(perfect) Our new neighbours are ..................happy in their new house.
Slide 10 - Open question
(incredible) My sister can be ...................... lazy.
Slide 11 - Open question
Deze grammatica onderdelen snap ik al goed en kan dit gemakkelijk toepassen:
may/might
should/shouldn't
Past Simple/Past Continuous
Bijwoorden op -ly (Adverbs)
Onregelmatige werkwoorden(Irregular verbs)
Slide 12 - Poll
Deze grammatica onderdelen vind ik nog lastig:
may/might
should/shouldn't
Past Simple/Past Continuous
Bijwoorden op -ly (Adverbs)
Onregelmatige werkwoorden(Irregular verbs)
Slide 13 - Poll
Vocabulary Unit 3
Quizlet -> click here and enter the code to join the game
Slide 14 - Slide
Hoe zeg jij 'gras' in het Engels?
garden
hedge
grass
Slide 15 - Poll
Hoe zeg jij 'gescheiden' in het Engels?
brave
divorced
jumpy
Slide 16 - Poll
Hoe zeg jij 'ontsnappen' in het Engels?
escape
grab
join
Slide 17 - Poll
Kies het juiste woord:
You must be my new ................ . Welcome to our street.
A
neighbour
B
tank
Slide 18 - Quiz
Kies het juiste woord:
Ah, there he is! Will you ....... him for me?
A
touch
B
grab
C
introduce
Slide 19 - Quiz
Kies het juiste woord:
He often ................ from his tank.
A
keeps
B
lives
C
escapes
Slide 20 - Quiz
Vocabulary Unit 3
Quizlet -> click here and enter the code to join the game
Slide 21 - Slide
Heb ik goed gevoel over het Proefwerk van Unit 3? Ga ik het goed maken?