Herhaling hoofdstuk 17 eigen vermogen

Hoofdstuk 17
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Emissie van aandelen
Reserves
Intrinsieke waarde
Dividend
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 17
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Emissie van aandelen
Reserves
Intrinsieke waarde
Dividend

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen de aandelen in portefeuille en geplaatst aandelenkapitaal

Slide 2 - Open question

Maatschappelijk aandelenkapitaal -
Aandelen in portefeuille =
Geplaatst aandelenkapitaal

Slide 3 - Slide

Hoe noem je de waarde van het aandeel die op het aandeel zelf staat?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde

Slide 4 - Quiz

Er ontsaat een agioreserve
De prijs is gelijk aan de nominale waarde
Gebeurd alleen als het bedrijf dringend geld nodig heeft. 
Emissia a pari
Emissie boven pari
Emissie beneden pari

Slide 5 - Drag question

Pari
  • A pari --> Gelijk aan de nominale waarde
  • Boven pari --> boven de nominale waarde
  • Beneden pari --> Onder de nominale waarde

Slide 6 - Slide

Er worden door een bedrijf 4.000 aandelen geplaatst met een nominale waarde van € 10. De koers is € 14.
Bereken de verandering van de agioreserve

Slide 7 - Open question

Antwoord
Er worden door een bedrijf 4.000 aandelen geplaatst met een nominale waarde van € 10. De koers is € 14.
Bereken de verandering van de agioreserve
4.000 X (14 - 10) = € 16.000 toename

Slide 8 - Slide

Aandelen zijn eigendomsbewijzen
Nominale waarde = de waarde die op het aandeel staat
Koerswaarde = de prijs waarvoor het aandeel verkocht wordt (afhankelijk van vraag en aanbod)
Dividend = deel van de winst dat wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders

Slide 9 - Slide

Intrinsieke waarde =
Geplaatst aandelenvermogen +
reserves
+
onverdeelde winst

intrinsieke waarde = eigen vermogen = bezittigen - schulden

reserves =
herwaarderingsreserve
winstreserve
agioreserve
dividendreserve
algemeen reserve

Slide 10 - Slide

Bereken de intrinsieke waarde

Slide 11 - Open question

Antwoord
€ 100.000 + € 20.000 + € 10.000 = € 130.000

Slide 12 - Slide

Er worden door een bedrijf 4.000 aandelen geplaatst met een nominale waarde van € 10. De koers is € 14.
Bereken de verandering van het geplaatst aandelenkapitaal.

Slide 13 - Open question

Antwoord
Er worden door een bedrijf 4.000 aandelen geplaatst met een nominale waarde van € 10. De koers is € 14.
Bereken de verandering van het geplaatst aandelenkapitaal
4.000 X € 10 = € 40.000

Slide 14 - Slide

Bereken de intrinsieke waarde per aandeel

Slide 15 - Open question

Antwoord
€ 100.000 + € 20.000 + € 10.000 = € 130.000
aantal aandelen: € 100.000/ € 10 = 10.000
€ 130.000/ 10.000 = € 13

Slide 16 - Slide

intrinsieke waarde per aandeel
Totale intrinsieke waarde/ aantal aandelen

aantal aandelen = geplaatst aandelenkapitaal/ nominale waarde van een aandeel

Slide 17 - Slide

Cash en stockdividend
Cashdividend = dividend in de vorm van geld (cash)
Stockdividend = dividend in de vorm van aandelen
Piet heeft 100 aandelen van € 10 nominaal. Cashdividend is 4 % en stockdividend is 2 %
Cash: 100 X € 10 X 0,04 = € 40
Stock: 100 X € 10 X 0,02 = € 20 aan aandelen.
Hoeveel aandelen erbij: € 20/ € 10 = 2 aandelen

Slide 18 - Slide

2.4 Cash - en stockdividend

Slide 19 - Slide

Dividend: Voorbeeldig NV
De onderneming wenst 5% dividend uit te keren
  • Welk bedrag zal zij als dividend uitkeren? 
  • In welke twee vormen kan dividend uitgekeerd worden? 
Het dividendpercentage wordt uitgekeerd over de nominale waarde van het geplaatst aandelenkapitaal. 
5% over € 3.000.000 = € 150.000

Dividend kan worden uitgekeerd in de vorm van cash of stockdividend

Slide 20 - Slide

Uitwerking
Dividend = percentage X geplaatst aandelenkapitaal
0,05 X € 3.000.000 = € 150.000
Cashdividend
Stockdividend

Slide 21 - Slide

Opdracht:
Bereken:
Bruto-cashdividend
Bruto-stockdividend
Dividendbelasting in euro's
Netto-cashdividend

Geplaatst AK € 1.000.000,-
Winst € 250.000,-
Dividenduitkering 10% ( 4% cash, 6% stock )
Dividendbelasting 15%


Slide 22 - Slide

Uitwerking

Bruto cashdividend: € 1.000.000 X 0,04 = € 40.000
Bruto stockdividend: € 100.000 X 0,06 = € 60.000
Dividendbelasting: 
totaal dividend € 1.000.000 X 0,10 = € 100.000
Belasting: 0,15 X € 100.000 = € 15.000
Netto-cashdividend = bruto cashdividend - dividendbelasting
€ 40.000 - € 15.000 = € 25.000

Slide 23 - Slide

Geplaatst AK € 1.000.000,-
Winst € 250.000,-
Dividenduitkering 10% ( 4% cash, 6% stock )
Dividendbelasting 15%
Rest wordt toegevoegd aan reserve

Bereken het bedrag dat wordt toegevoegd aan de reserve

Slide 24 - Slide

Uitwerking vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting:
€ 200.000 X 0,2 = € 40.000
€ 50.000 X 0,25 = € 12.500
Totaal € 52.500

Slide 25 - Slide

Uitwerking bedrag naar reserve
Winst voor belasting                  € 250.000
Vennootschapsbelasting        € 52.500 -
Winst na belasting                      € 197.500
Dividend 0,10 X € 1.000.000    € 100.000 - (stock/cash/bel. inclus)
Toegevoegd aan reserve        €    97.500

Slide 26 - Slide

Bereken het aantal geplaatste aandelen na de winstverdeling
Geplaatst AK € 1.000.000,-
Winst € 250.000,-
Dividenduitkering 10% ( 4% cash, 6% stock )
Dividendbelasting 15%
Nominale waarde van een aandeel is € 10

Slide 27 - Slide

Uitwerking
Stockdividend € 1.000.000 X 0,06 = € 60.000
Geplaatst aandelenkapitaal: 
€ 1.000.000 + € 60.000 = € 1.060.000
€ 1.060.000/ € 10 = 106.000 aandelen

Slide 28 - Slide

Maak
Examenopgave Comar

Slide 29 - Slide