Zaanse Schans Project - Lesson 2

Zaanse Schans
Virtual Tour Project
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zaanse Schans
Virtual Tour Project

Slide 1 - Slide

This lesson's focus

Slide 2 - Slide

Today's lesson
- Explanation past simple / past continuous / present perfect
- Short quiz

- Complete and hand in Worksheet 2 on Google Classroom (only one per group)
- Finish writing history part






Slide 3 - Slide

Tenses

Past simple / past continuous / present perfect

Slide 4 - Slide

Past Simple
Gebruik
Als je wilt vertellen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. 

Signaalwoorden
Yesterday, ago, when, in 2022, last week, last year


Slide 5 - Slide

Past simple
Bevestigend: ww +ed of 2e rijtje onr. ww   
(er zijn uitzonderingen qua spelling)

Ontkennend: didn't + ow + infinitief (hele ww)

Vragend: Did + ow + infinitief



Slide 6 - Slide

Past continuous
Gebruik
Als iets in het verleden aan de gang was, óf iets speelde zich een langere tijd af in het verleden en werd onderbroken (in combinatie met de past simple).

Signaalwoorden
When/while

Slide 7 - Slide

Past Continuous
Een korte gebeurtenis (past simple) onderbreekt een lange gebeurtenis (past continuous).

1. I was watching television when the doorbell rang.
2. We were playing soccer when it started to rain.
3. I was making a sandwich when I dropped my knife.

Slide 8 - Slide

Past continuous

Bevestigend: was/were + ww+ing

Ontkennend: wasn't/weren't + ww+ing

Vragend: Was/Were + ow + ww+ing



Slide 9 - Slide

Present perfect
Gebruik
In het verleden begonnen en nu nog bezig (TOEN t/m NU) 
Bij ervaringen tot nu toe
Het resultaat is nu belangrijk
Een tijdsbepaling ontbreekt
Signaalwoorden
FYNE JAS (for, yet, never, ever, just, already, since)


Slide 10 - Slide

Present perfect
Bevestigend: have/has + volt. dw (3e rijtje bij onr. ww)

Ontkennend: haven't / hasn't + volt. dw (3e rijtje)

Vragend: Have/Has + ow + volt. dw (3e rijtje)

Je maakt een volt. dw door -ed achter de stam te zetten



Slide 11 - Slide

I .... (buy) this new phone last week.
A
buyed
B
have bought
C
was buying
D
bought

Slide 12 - Quiz

I think the home button ... (break). It's useless now.
A
broke
B
has broken
C
was breaking
D
has breaked

Slide 13 - Quiz

Well, I ... (jog), when Siri suddenly made a funny noise.
A
had jogged
B
was jogging
C
jogged
D
has jogged

Slide 14 - Quiz

You need a new one. I ordered some, but they ... (not / arrive) yet.
A
not arrived
B
were not arriving
C
have not arrived
D
did not arrive

Slide 15 - Quiz

Since then it ... (be) quiet.
A
has been
B
was being
C
is
D
was

Slide 16 - Quiz

To do:
In groups:
- Complete and hand in Worksheet 2 on Google Classroom before the end of this lesson (only one per group)
- Finish writing the history part (at least 150 words per person)




Slide 17 - Slide

See you next lesson!

Slide 18 - Slide