H13 Geluid

Toetsweek
PTA over:
H11 Energie 
en
H13 Geluid

(week 23-27 januari)
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Toetsweek
PTA over:
H11 Energie 
en
H13 Geluid

(week 23-27 januari)

Slide 1 - Slide

Planning GT: PTA H13, H15 en H16
H13 Geluid:
wk1: 13.1 Geluidsbronnen + 13.2 Toonhoogte
wk2: 13.3 Geluidssterkte + 13.4 Geluidshinder
H15: Bewegingen
H16: Kracht en Beweging

PTA: H13 + H14 Donderdag 9 maart 2023



GT (H13, H15 en H16)

Slide 2 - Slide

H13.1 Geluidsbronnen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Geluid is een trilling!
  • Bron => veroorzaakt trilling 
  • Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
  • Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling

  • verplaatst zich als een golf

Slide 5 - Slide

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron. 
Voorbeelden?
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 6 - Slide

GELUIDSSNELHEID (tussenstof)
Wat gaat sneller?

Slide 7 - Slide

Het oor
oorschelp
trommelvlies
gehoorbeentjes
slakkenhuis
gehoorzenuw
hersenen

Slide 8 - Slide

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een tussenstof verplaatst.
Geluidssnelheid door de lucht is 343 m/s (20 graden Celsius)


Slide 9 - Slide

geluidssnelheid
Rekenopdracht:
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen uitzenden en ontvangen van de puls zit 0,32 s. 
(let op: signaal gaat heen en komt weer terug!)

Bereken hoe diep de zee is?

Gegevens, gevraagd, formule,
uitwerking en antwoord!!

Slide 10 - Slide

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 11 - Quiz

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren
D
de ontvanger

Slide 12 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 13 - Quiz

Start dit lesuur met het maken van:
Paragraaf 1: Geluidsbron
Opdracht 1 t/m 12 (* overslaan)
Start op blz 84

Slide 14 - Slide

hst 13.2 "toonhoogte"

Slide 15 - Slide

Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
  • De trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?
  • De frequentie is hoeveel trillingen er zijn in 1 seconde

Slide 16 - Slide

Trillingstijd/frequentie

Slide 17 - Slide

Trillingstijd

Slide 18 - Slide

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 19 - Slide

de frequentie is 250 Hz.
wat is de trillingstijd?
A
0,004 s
B
250 s
C
0,25 s
D
0,025 s

Slide 20 - Quiz


Wat is de
frequentie?
A
5Hz
B
50Hz
C
500Hz
D
100Hz

Slide 21 - Quiz

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 22 - Slide

Frequentiebereik mens & dier
Frequentiebereik mens: 20 - 20.000 Hz

 Ultrasoon geluid => frequentiebereik boven de 20.000 Hz
Dit HOREN wij NIET !!!

vb. hondenfluitjes, echo's, reinigen van juwelen, lenzen, horloges ...

Slide 23 - Slide

Start dit lesuur met het maken van:
Paragraaf 2: Toonhoogte
Opdracht 1 t/m 13 (* overslaan)
Start op blz 96

Slide 24 - Slide

En nu aan de slag
Maak opgaven H13.2
Begin met: 
GT: Opg 3 + Opg 6
Kader: Opg 6 + Opg 9 

Slide 25 - Slide

K: Opg 6 (p. 97) 
Fola sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Ze stelt de oscilloscoop in op 0,5 ms/div. 
In afbeelding 5 zie je het beeld op het oscilloscoopscherm.
a) Wat betekent ‘0,5 ms/div’?
  • Elk hokje op het scherm staat voor 0,5 ms.
b) Eén volledige trilling is ... hokjes breed. 
     De trillingstijd is dus ... × ... ms = ... ms.
c) Hoeveel is dat in seconden?
  • Dat is 0,002 s.
d) Bereken de frequentie van de trilling.
Gegevens:
  • T = 0,002 s
Gevraagd:
  • f = ? Hz
Formule:
  • f = 1/T
Uitwerking/antwoord:
  • f = 1 / 0,002 = 500 Hz

Slide 26 - Slide

GT: Opg 3 (p. 29) 
Fola sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Ze stelt de oscilloscoop in op 0,5 ms/div. 
In afbeelding 5 zie je het beeld op het oscilloscoopscherm.
a) Hoe groot is de trillingstijd in milliseconden (ms)
  • Elk hokje op het scherm staat voor 0,5 ms.
  • Een trilling is 4 hokjes = > 4 x 0,5 = 2 ms
b) Hoeveel is dat in seconden?
  • Dat is 0,002 s.
c) Bereken de frequentie van de trilling.
Gegevens:
  • T = 0,002 s
Gevraagd:
  • f = ? Hz
Formule:
  • f = 1/T
Uitwerking/antwoord:
  • f = 1 / 0,002 = 500 Hz

Slide 27 - Slide

GT: Opg 6 (p. 33) / K: Opg 9 (p. 101)
Bereken de trillingstijden van de volgende tonen in milliseconden (ms)
a) De laagste toon die je op een piano kunt spelen (27,5 Hz)
Gegevens:
  • f = 27,5 Hz
Gevraagd:
  • T = ? ms
Formule:
  • f = 1/T  <=>  T = 1/f
Uitwerking/antwoord:
  • T = 1/ 27,5 = 0,036 s
  • T = 36 ms

Slide 28 - Slide

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 29 - Slide

Welke drie dingen heb je nodig om geluid te horen?
(In de juiste volgorde)
A
Bron, tussenstof en ontvanger
B
Bron, ontvanger en tussenstof
C
Ontvanger, tussenstof en bron
D
Speaker, tussenstof en ontvanger

Slide 30 - Quiz

Als de druk stijgt, bewegen je trommelvliezen naar binnen. Als de druk daalt, bewegen ze weer naar buiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Met welk apparaat kan je onderzoeken hoe hoog en hoe hard geluid is?
A
Stethoscoop
B
Stroboscoop
C
Oscilloscoop
D
Loboscoop

Slide 32 - Quiz

Frequentie bereken je door?
A
f = T / 1
B
f = T x 1
C
f = 1 / T
D
f= 1 x T

Slide 33 - Quiz

En nu weer aan de slag
Maak de overige opgaven H13.2

Volgende week:
H13.3 en H13.4

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Herhaling H13.1 en 13.2

Slide 36 - Slide

Geluid is een trilling!
  • Bron => veroorzaakt trilling 
  • Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
  • Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling

  • verplaatst zich als een golf

Slide 37 - Slide

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.
Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)
Afhankelijk van temperatuur en medium 

Slide 38 - Slide

GELUIDSSNELHEID (tussenstof)
Wat gaat sneller?

Slide 39 - Slide

geluidssnelheid
Rekenopdracht:
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen uitzenden en ontvangen van de puls zit 0,30 s. 
Bereken hoe diep de zee is?
  • G:  v = 1510 m/s  ;  t = 0,30 s    
  • G:  s = ? m 
  • F:  s = v x t
  • U:  s = 1510 x 0,30 = 453 m 
  • De afstand is voor heen en terug !!!
  • De diepte/afstand is dus 453 : 2 = 226,5 meter

Slide 40 - Slide

Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
  • De trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?
  • De frequentie is hoeveel trillingen er zijn in 1 seconde

Slide 41 - Slide

Trillingstijd/frequentie

Slide 42 - Slide

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 43 - Slide

Frequentiebereik mens & dier
Frequentiebereik mens: 20 - 20.000 Hz

 Ultrasoon geluid => frequentiebereik boven de 20.000 Hz
Dit HOREN wij NIET !!!

vb. hondenfluitjes, echo's, reinigen van juwelen, lenzen, horloges ...

Slide 44 - Slide

En nu aan de slag
Einde van de les zijn de opgaven af H13.1 en 13.2 

Volgende week:
H13.3 en H13.4

Slide 45 - Slide