What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
H2 Onderwerp
Nederlands 2-12
Wat gaan we doen deze les?
Spullen op tafel en telefoons in de tas
Huiswerkcontrole
Theorie persoonsvorm & onderwerp
Opdrachten maken
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands 2-12
Wat gaan we doen deze les?
Spullen op tafel en telefoons in de tas
Huiswerkcontrole
Theorie persoonsvorm & onderwerp
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Huiswerkcontrole
opdrachten 1 t/m 5 op blz. 30-31
Slide 2 - Slide
Grammatica zinsontleding
In de les van dinsdag hebben we het gehad over Grammatica Zinsontleding.
Het verdelen van de zin in blokjes en de blokjes een naam geven.
Slide 3 - Slide
De persoonsvorm
Als je de zin gaat verdelen in blokken, haal je altijd eerst de persoonsvorm uit de zin. Wat is de persoonsvorm?
Is het belangrijkste werkwoord in de zin
Zonder PV geen zin
Haal je uit de zin door de tijdproef of vraagproef te doen
Welke proef werkt áltijd?
Slide 4 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
'Ik eet in december altijd veel te veel pepernoten!'
A
Ik
B
eet
C
altijd
D
pepernoten
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
'Ik heb voor mijn verjaardag een nieuwe mobiel gekregen.'
A
heb
B
ik
C
mijn verjaardag
D
gekregen
Slide 6 - Quiz
Het onderwerp (OW)
Als je de PV uit de zin hebt gehaald, kan je daarna het onderwerp (OW) uit de zin halen.
Het onderwerp
is iets of iemand die de werkwoorden doet/uitvoert.
Je stelt de vraag: wie/wat + pv
Slide 7 - Slide
Het onderwerp (OW)
Ik heb voor mijn verjaardag een nieuwe mobiel gekregen.
PV: heb
OW: wie (heeft voor mijn verjaardag een nieuwe mobiel gekregen?) -->
ik
Slide 8 - Slide
Wat is in de volgende zin het OW:
'Vandaag heeft de hond mijn huiswerk opgegeten.'
A
Vandaag
B
heeft
C
de hond
D
opgegeten
Slide 9 - Quiz
Haal de PV én OW uit de zin:
'Daarom moest ik vandaag na school nablijven.'
A
PV: daarom OW: moest
B
PV: moest OW: ik
C
PV: moest OW: nablijven
D
PV: daarom OW: ik
Slide 10 - Quiz
PV en OW
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin
Het onderwerp voert de werkwoorden in de zin uit.
Slide 11 - Slide
PV en OW
Dus:
Altijd éérst de persoonsvorm (tijdproef/vraagproef) uit de zin halen.
Daarna het onderwerp (wie/wat + pv)
Slide 12 - Slide
Opdrachten
Maak de volgende opdrachten:
basis:
1 t/m 4 op blz. 56-57
Slide 13 - Slide
More lessons like this
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
Starttaal vooraf thema 3 hoofdstuk 4.
September 2024
-
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3