17 juni

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 47 t/m 50.
  • Toets voorbereiden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken opdr. 47 t/m 50.
  • Toets voorbereiden

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Slide

Hulpboek blz. 136
Ergon 11 en 12. 


Slide 5 - Slide

Ergon 

Slide 6 - Slide

De Griekse Tempel


Taalboek blz. 82-83. 
Hulpboek blz. 74-75 
Opdracht 47-50.

Slide 7 - Slide

Opdracht 47
  • In een Grieks tempel mochten alleen de priester naar binnen, de gewone mensen bleven buiten staan.

Slide 8 - Slide

Opdracht 48
  • 1 podium; 
  • 2 zuil met cannelures; 
  • 3 kapiteel; 
  • 4 architraaf; 
  • 5 fries; 
  • 6 trigliefen; 
  • 7 metopen;
  • 8 tympanon; 
  • 9 fronton.

Slide 9 - Slide

Opdracht 49
  • p.78 Dorisch
  • p.82 Dorisch
  • p.118 Dorisch
  • p.129 Ionisch
  • p.147 Dorisch (rechtsboven)
  • p.156 Dorisch (Propylaien en Parthenon) 
  • en Ionisch (Nikè tempeltje)

Slide 10 - Slide

Opdracht 50
  • Verschillen:
  • het podium is bij Romeinse tempel hoger dan het podium bij Griekse tempel; de Romeinse tempel heeft een duidelijke voorkant, de Griekse niet; de Griekse tempel heeft Dorische zuilen, de Romeinse Korintische; het altaar is bij Griekse tempel veel groter dan bij Romeinse; de Griekse tempel staat vrij op het terrein, de Romeinse is ingebouwd in een stad.

Slide 11 - Slide

Opdracht 50
  • Overeenkomsten:
  • De tempels hebben allebei zuilen, allebei zelfde opbouw met architraaf en fries; de Romeinse tempel is smaller en minder massief dan de Griekse; beide tempels hebben een rechthoekige plattegrond.

Slide 12 - Slide

Opdracht 

Slide 13 - Slide

Hulpboek blz. 136

Herhaling!



Slide 14 - Slide

Ergon 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ergon 1

Slide 19 - Slide


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 10 en 13.

Slide 20 - Slide

Opdracht 

Slide 21 - Slide

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 19.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
  • Volgende keer: oefentekst.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 22 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 23 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 24 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 25 - Open question