This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Vragen grammatica?
Bespreken opdr. 41 t/m 46.
Epiloog
Slide 1 - Slide
Vragen Grammatica?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Geen vragen (meer)?
Maak maar twee rijtjes....
Slide 4 - Slide
Hulpboek blz. 136
Ergon 11 en 12.
Slide 5 - Slide
Ergon
1
Slide 6 - Slide
Een reis naar Delphi
Taalboek blz. 80-81.
Hulpboek blz. 72-73
Opdracht 41-46.
Slide 7 - Slide
Opdracht 41abc
a Het lukte de inwoners van Korkyra niet de school tonijnen te vangen die aangewezen is door de stier.
b Zij sturen een gezantschap naar Delphi en offeren een stier aan Poseidon.
c Het lukt de inwoners de vissen te vangen
Slide 8 - Slide
Opdracht 41de
d Ze plaatsen een wijgeschenk in Delphi en in Olympia ter waarde van een tiende van hun vangst.
e Pausanias vertelt dat de inwoners uit Korkyra naar Delphi gaan maar aan Poseidon offeren, dus moet deze god ook een altaar of tempel hebben gehad
Slide 9 - Slide
Opdracht 42
1 ὁ βουκόλος α de herder
2 τῶν θύννων β tonijnen
3 θεωροὺς γ gezantschap
4 τὸν ταῦρον δ de stier
5 τοὺς ἰχθῦς ε de vissen
6 τὴν θυσίαν ζ offer
7 τὸ ἀνάθημα η hun wijgeschenk
8 ἡ δεκάτη θ het tiende deel
Slide 10 - Slide
Opdracht 43
Thebe en Athene bouwden een schathuisjes vanwege oorlogsbuit,
Knidos of vanwege een overwinning in de oorlog of om te pronken met hun rijkdom,
Kleonaia vanwege de genezing van de pest.
Slide 11 - Slide
Opdracht 44
Sparta (2): overdekte zuilengang met allerlei beelden
Argos (4): twee halfronde balustrades met verschillende beelden
Thebe (5): een schathuisje
Het eiland Naxos (9): een zuil met bovenop een Sfinx
Slide 12 - Slide
Opdracht 45
Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: je ging vaak naar Delphi om te toekomst te horen, om te weten of het een goed idee was om bijvoorbeeld oorlog te gaan voeren of een kolonie te stichten. Beide uitspraken geven aan dat je niet te overmoedig of te gulzig moet zijn, dat je je plaats moet kennen als mens.
Slide 13 - Slide
Opdracht 46a
Archeologen:
Pausanias beschrijft nauwkeurig welke monumenten hij ziet langs de route die hij loopt. Een archeoloog kan dan bij zijn opgraving de restanten die hij vindt duiden.
Slide 14 - Slide
Opdracht 46b
Historici:
Pausanias beschrijft niet alleen wat maar ook waarom en wanneer bepaalde wijgeschenken neergezet zijn en is daarmee een historische bron. Je komt bijvoorbeeld te weten wie met wie oorlog voerde of waar er een ernstige ziekte was.
Slide 15 - Slide
Opdracht
a
Slide 16 - Slide
Hulpboek blz. 136
Herhaling!
Slide 17 - Slide
Ergon
1
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Ergon 1
1
Slide 22 - Slide
Pythia
Taalboek blz. 72.
Hulpboek blz. 64.
Opdrachten 10 en 13.
Slide 23 - Slide
Opdracht
a
Slide 24 - Slide
Aan het werk.
Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 19.
Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
Lees Tekstboek blz. 82-83
Maak Hulpboek blz. 74-75, opdr. 47 t/m 50.
Dit is ook huiswerk.
Slide 25 - Slide
Opdracht
Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
Benoem ieder woord in de zin.
Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)
Slide 26 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 27 - Open question
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?