3V: 1.2 Kopen is kiezen? (2 lessen)

1.2 kopen is kiezen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.2 kopen is kiezen

Slide 1 - Slide

Pincode Hoofdstuk 1.  Geld moet rollen
  1. Waar heb jij behoefte aan?
  2. Kopen is kiezen?
  3. Heb je geld nodig om te ruilen?
  4. Wat is produceren?

Slide 2 - Slide

Kun je een aantal uitgaven noemen?

Slide 3 - Slide

Uitgaven
  1. Vaste lasten (zoals huur/hypotheek, energie, verzekeringen & abonnementen)
  2. Huishoudelijke uitgaven (zoals boodschappen en persoonlijk verzorging)
  3. Incidentele uitgaven (meestal reserveer je daarvoor)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat voor soorten inkomen zijn er?

Slide 6 - Slide

Inkomen
  1. Inkomen uit arbeid (zoals loon en salaris)
  2. Inkomen uit bezit (zoals rente, huur en winst)
  3. Overdrachtsinkomen (inkomen zonder tegenprestatie zoals zakgeld of uitkering)

Slide 7 - Slide

Begroting
Om zicht te krijgen in je mogelijkheden om je geld te besteden, maak je een begroting.

 

Slide 8 - Slide

Afmaken 1.1 (9, 10, 11 en 13)
Klaar? Maken 14 t/m 19



Wat je t/m 19 niet af hebt is huiswerk

Slide 9 - Slide

1.2 Kopen is kiezen


Vandaag:
Omrekenen maand en week
Budgetformule berekenen
Budgetlijn tekenen

Slide 10 - Slide

Omrekenen maand en week
Omrekenen van week naar maand of van maand naar week doe je met behulp van de volgende formules:


Slide 11 - Slide

Budgetlijn
Een budgetlijn kan helpen bij het maken van een keuze tussen 2 producten bij een gegeven inkomen. Een budgetlijn teken je met behulp van de volgende formule:









Slide 12 - Slide

Voorbeeld budgetlijn
Algemene formule budgetlijn:

Budget = P₁ x q₁ + P₂ x q₂

Slide 13 - Slide

Maken 23 en 24
Klaar? Maken opgave 20, 21 en 22




timer
10:00

Slide 14 - Slide

Budgetlijn

Slide 15 - Slide

Verandering budgetlijn 

Slide 16 - Slide

Afmaken 20 t/m 24
Klaar? Maken t/m 29



Wat je t/m 29 niet af hebt is huiswerk

Slide 17 - Slide

Wat is een incidentele uitgave?
A
kapper
B
supermarkt
C
fietsreparatie
D
hypotheek

Slide 18 - Quiz

Wat is een inkomen uit bezit?
A
loon
B
rente
C
zakgeld
D
uitkering

Slide 19 - Quiz

Je ouder(s)/verzorger(s) krijgen € 100 per kwartaal kinderbijslag. Hoeveel is dat per week?
A
€ 6,27
B
€ 7,69
C
€ 8,33
D
€ 9,14

Slide 20 - Quiz