Thema 11 - Voeding en Vertering - Basisstof 6 - Planteneters, vleeseters en alleseters

Voeding en vertering
Thema 11, 4 kader

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voeding en vertering
Thema 11, 4 kader

Slide 1 - Slide

Thema 8, paragraaf 6
Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
11.6.1 Je kunt de delen van tanden en kiezen noemen met hun kenmerken.
11.6.2 Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen.
11.6.3 Je kunt omschrijven wat tandplak is en wat tanderosie is.

Slide 3 - Slide

begrippen paragraaf 6
 wortel - tandbeen - glazuur - cement
planteneter - plooikiezen
vleeseters - knipkiezen
alleseter - knobbelkiezen
tandbederf
tanderosie
fluoride
















Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bouw van het gebit
Je gebit bestaat uit tanden en kiezen.

Slide 6 - Slide

3 diëten 3 type gebit
Planteneters
Vleeseters
Alleseters

Slide 7 - Slide

Plooikiezen
Planteneters (herbivoren) eten alleen planten.
Planten zijn lastig te verteren.
Het verteringsstelsel is hier op aangepast: extra lang darmkanaal (paard heeft 40 meter)
Geen hoektanden
Voedsel wordt vermalen

Slide 8 - Slide

De verschillende stappen en organen in de vertering

Stap 2 : Slikken van je voedsel. Met de hulp van je tong en je slikreflex, komt het in je slokdarm terecht. 

Slide 9 - Slide

De verschillende stappen en organen in de vertering

Stap 3 : Via je slokdarm, komt het voedsel in je maag.
Die kneedt je voedsel met maagsap (maagzuur, water en enzymen) .
Eiwitten worden verteerd.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stap 3:
Het emulgeren van vetten met de hulp van gal uit de lever. 
Dit gebeurt in de twaalfvingerige darm

Slide 12 - Slide

Stap 3:
Het emulgeren van vetten met de hulp van gal uit de lever. 
Dit gebeurt in de twaalfvingerige darm

Slide 13 - Slide

Stap 4:
De darmsapklieren in de dunne darm produceren darmsap produceren. De enzymen hierin maken de vertering van eiwitten en koolhydraten af. 

De verteringsproducten kunnen daarna in het bloed worden opgenomen via de darmvlokken.

Slide 14 - Slide

Stap 5: dikke darm
En de dunne darm!
De dikke darm haalt een groot deel van het overgebleven water uit de brij. De brij van onverteerde voedselresten wordt daardoor dikker.

Slide 15 - Slide

Stap 6: Endeldarm en anus
ingedikte, onverteerde voedselresten blijven over en komen in je endeldarm terecht: POEP
De anus sluit deze af (kringspier!)

Slide 16 - Slide