M3, H1, 1.3 en 1.4 deel

Welkom bij Economie
ga zitten volgens plattegrond. Start lesson-up op de laptop! pak rekenmachine en schrift!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie
ga zitten volgens plattegrond. Start lesson-up op de laptop! pak rekenmachine en schrift!

Slide 1 - Slide

Even opfrissen
3 soorten uitgaven ken je ook al weer?
Welke 4 inkomsten ken je ook al weer?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen van vandaag!
Jij weet wat geld reserveren is en hoe jij dit kan berekenen
Jij kan rekenen met perioden
Jij weet inflatie en deflatie is

Slide 3 - Slide

Welke van deze uitgaven is GEEN dagelijkse uitgave?
A
Boodschappen
B
Brood
C
Persoonlijke verzorging
D
Sportkleding

Slide 4 - Quiz

Hier staan enkele uitgaven van Cas. Geef aan welke uitgave een huishoudelijke uitgave is.
A
Sokken.
B
Aardappelen.
C
Computerspel.
D
Nieuwe keuken.

Slide 5 - Quiz

Vaste lasten

Incidentele uitgaven 

Slide 6 - Drag question

Vaste last
Incidentele uitgave

Slide 7 - Drag question

Welke 4 soorten inkomens zijn er ook al weer?

Slide 8 - Open question

Rekenen met perioden
ZEER BELANGRIJK, toets en examen!!!

Slide 9 - Slide

Vaste lasten betaal je soms per week, per maand, per kwartaal of zelfs per jaar!


Slide 10 - Slide

Heeft een maand, vier weken?
A
JA
B
Nee

Slide 11 - Quiz

UITLEG rekenen met perioden
Hoeveel maanden heeft 1 jaar?
Hoeveel weken heeft 1 jaar?
Hoeveel dagen heeft 1 jaar?
Hoeveel maanden heeft een kwartaal?

Slide 12 - Slide

De verzekering van de scooter kost € 1.300,00 per jaar
Hoeveel is dat per maand en hoeveel is dat per week?

Slide 13 - Slide

Jouw telefoonabonnement kost
€ 26,00 per maand. Hoeveel is dat per week?
A
€ 8,50
B
€ 6,00
C
€ 6,50
D
€ 6,06

Slide 14 - Quiz

Als jij geld reserveert, dan doe jij..........?

Slide 15 - Open question

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Reserveringen
eten
Geld dat je opzij zet voor een nieuwe auto
Videoland abonnement 
Contributie voetbalvereniging
Drinken
Huur
Zakgeld
Geld dat je opzij zet voor een wasmachine
Vervoerskosten

Slide 16 - Drag question

Jij wilt over 1 jaar een nieuwe telefoon kopen. Deze kost € 760,00. Jij krijgt van jouw ouders € 100,00, de rest moet jijzelf reserveren. Hoeveel moet jij per maand reserveren om de telefoon te kunnen kopen over 1 jaar?
A
€ 63,33
B
€ 57,50
C
€ 60,00
D
€ 55,00

Slide 17 - Quiz

Inflatie: een algemene stijging van de prijzen in procenten (je geld wordt minder waard)
Deflatie: een algemende daling van de prijzen in procenten

Slide 18 - Slide

Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door inflatie kan je...
A
meer besteden, daardoor wordt koopkracht meer
B
minder besteden, daardoor wordt koopkracht minder
C
Meer besteden, daardoor wordt koopkracht minder
D
Minder besteden, daardoor wordt koopkracht meer

Slide 19 - Quiz

19. Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer kopen
B
minder kopen

Slide 20 - Quiz

Deflatie
Inflatie
Wanneer de prijzen van producten stijgen.
Wanneer de prijzen van de producten dalen.

Slide 21 - Drag question

inflatie
deflatie
prijsstijging
prijsdaling
koopkracht stijgt
kookkracht daalt

Slide 22 - Drag question

Dank voor de aandacht
(huiswerk) opdrachten maken:
10 en 11 op bladzijde 21
3 op bladzijde 22
5 op bladzijde 23

Slide 23 - Slide