Bijeenkomst 3

PF3DIH

bijeenkomst 3


Mariël Hidding zij/haar
hidding.m@hsleiden.nl
06-38997231

1 / 42
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

PF3DIH

bijeenkomst 3


Mariël Hidding zij/haar
hidding.m@hsleiden.nl
06-38997231

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bijeenkomsten
Bijeenkomst 1: Kennismaken, wat weet je nog?, de LU 
Bijeenkomst 2: Terugblik, HGW & onderwijsbehoeften, start maken eigen groep/leerling
Bijeenkomst 3: Terugblik, onderwijsbehoeften, Taxonomie van Bloom, MI,  21e-eeuwse vaardigheden, Executieve functies, uitwisselen werkvormen, HGW cyclus
Bijeenkomst 4: Rekenen (oa. rekendiadnostisch gesprek)
Bijeenkomst 5: Terugblik, taalstagnaties
Bijeenkomst 6: Terugblik, hoogbegaafdheid, kansengelijkheid, vragen/feedback

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
voorkennis ophalen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noteer hier de onderwijsbehoefte van vorige week:

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Differentiëren
instructie
leerstof
tempo/tijd
doel


extra zorg

toetsing
beoordeling

Slide 9 - Slide

Wat doe jij al aan differentiatie in jouw groep?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Hogere orde denken

Slide 12 - Slide

6 cognitieve processen;
Grofweg kan gezegd worden dat bij reproductie een beroep wordt gedaan op lagere denkvaardigheden en bij productie op hogere denkvaardigheden. Bij de lagere denkvaardigheden gaat het om het zich herinneren van feitelijke of conceptuele kennis, om het begrijpen van die kennis en ten slotte om het toepassen ervan in bekende situaties. Bij deze vaardigheden is sprake van aangeleerd gedrag of reproductief denken. Bij de hogere orde denkvaardigheden gaat het om analyseren, evalueren en creëren.
Er wordt geappelleerd aan kritisch, logisch, reflectief, metacognitief, en creatief denken. Deze denkvaardigheden worden geactiveerd als leerlingen geconfronteerd worden met nieuw (en onbekend) bronnenmateriaal, met onbekende problemen of met onzekerheden of dilemma's.
meervoudige 'intelligentie'

Slide 13 - Slide

Niet bewezen!!!!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sluit aan bij verbondenheid, competentie, autonomie
(= een voorwaarde voor motivatie)

Waar liggen de talenten van een kind? Kun je die inzetten in jouw plan mbt. jouw 3 dagen?
Of voor jouw 2 leerlingen?

Slide 15 - Slide


Combineren van Bloom & Gardner om je onderwijs nog rijker te maken!

Waar liggen de talenten van jouw kinderen? Kun je de matrix inzetten bij het maken van een plan voor jou 3 dagen lesgeven? Of voor het begeleiden van jouw 2 leerlingen? Hoe dan?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

X

Slide 17 - Slide

https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/

Hoe komen deze nu aan de orde in jullie curriculum? Schrijf op papier en hang op

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

https://vernieuwenderwijs.nl/chatgpt-6-praktische-ideeen-voor-in-de-les/

https://www.linkedin.com/posts/orhan-agirdag-732853215_het-inzetten-van-chatgpt-in-meertalige-activity-7058781739246067712-zgZP/?originalSubdomain=nl

https://meestersander.nl/2024/09/09/ai-in-de-klas-de-toekomst-van-onderwijs-een-uitleg-voor-leerkrachten/

Slide 20 - Slide

Wat kun je doen met een... schoen! Creatief denken!

Nog meer voorbeelden?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Executieve functies
In tweetallen: Zoek of verzin bij een executieve functie een voorbeeld om deze te versterken in de klas. 
Noteer in Padlet


Slide 22 - Slide

briljante-idee-n-voor-het-versterken-van-executieve-functies-1l26wwup5z2q8k4l


De executieve vaardigheden zijn: reactie-inhibitie, werkgeheugen, emotieregulatie, volgehouden aandacht, taakinitiatie, planning/prioritering, organisatie, timemanagement, doelgericht gedrag, flexibiliteit en metacognitie.

Slide 23 - Slide

Zing mee! Waarom muziek inzetten?
Taal en ritme nauw met elkaar verbonden  EN met de motoriek! 
Singing in the brain van Erik Schredder
E Scherder - 2017 - books.google.com
Breindidactiek
Structurerend:
Focus, herhaal, voortbouwen

Activerend:
Emotie, creatie, voortbouwen

Slide 24 - Slide

De zes breinprincipes zijn onderverdeeld in twee categorieën: structurerend en activerend. De eerste drie breinprincipes zijn structurerend. Dit betekent dat zij de rode draad zijn in jouw leerproces en daarmee de basis vormen voor jouw breinleren.  

Focus  
Herken je dat? Je doet je uiterste best om je te concentreren, maar je focus en aandacht bij je taak houden is een uitdaging. Veel mensen proberen te multitasken, terwijl de ervaring leert dat dit eigenlijk niet effectief is. Afleiding belemmert namelijk je leerproces. Je focus vasthouden, is dus essentieel voor het ontwikkelen van je brein tijdens een leerproces. Zoek daarom de juiste omgeving uit tijdens het leerproces, zodat je je concentratie optimaliseert. 

Herhaal
Als je informatie voor langere tijd wilt vasthouden, zul je het regelmatig moeten herhalen. Herhaling zorgt ervoor dat de informatie die je wilt onthouden zijn weg maakt naar je langetermijngeheugen. Omdat dit best saai kan zijn, is het nuttig om herhalen aantrekkelijk voor jezelf te maken. Sommige mensen maken van wat zij willen leren bijvoorbeeld een liedje, zodat het makkelijker en leuker is om dit regelmatig te herhalen. Daarnaast is het fijn om het herhalen te verspreiden, zodat je voor een langere periode bezig bent met de materie. 

Voortbouwen
Het menselijk brein zoekt van nature naar patronen. Het breinprincipe ‘voortbouwen’ verwijst naar het idee dat het brein nieuwe informatie beter begrijpt en onthoudt door het te koppelen aan bestaande kennis en ervaringen. Doordat ons geheugen automatisch associaties maakt, sla je meer informatie op en onthoud je in de toekomst meer details.

Activerende breinprincipes zullen jou, of degene die je begeleidt in een leerproces, helpen met het aannemen van een actievere werkhouding, waardoor je beter gebruikmaakt van je diepteverwerking. Diepteverwerking houdt in dat je brein diepere en daarom ook sterkere verbindingen maakt, waardoor jij de informatie beter begrijpt en vasthoudt.   

Emotie 
Emoties maken een grote indruk op het brein. Wanneer de leerstof emotionele impact maakt, ben je geneigd het beter vast te houden. Probeer het daarom uitdagend te maken en de nieuwsgierigheid van het menselijk brein te benutten en stimuleren. Nieuwsgierigheid is een van de grootste drijfveren voor mensen, omdat het een intense emotie is. Speel hier dus op in voor een beter begrip van wat je probeert te leren. 

Creatie 
Ons brein is graag bezig met betekenis creëren en verbanden zoeken. Wees daarom niet bang om je creatieve krachten los te laten op de leerstof. Wat kun je zelf bedenken en ontdekken? Hoe kun jij betekenis geven aan wat je leert en welke verbanden zie je? 

Zintuigelijk rijk
Je stimuleert je brein gemakkelijk door zoveel mogelijk zintuigen te benutten. Hoe meer zintuigelijke stimulans je brein ervaart, hoe dieper de indruk op je hersenen is. Als je zoveel mogelijk zintuigen prikkelt, sla je het ook op meer plekken in je hersenen op. Zo kun je dus ook op meerdere manieren informatie terughalen. Denk daarom eens na over hoe je de zintuigen kunt betrekken bij het leerproces. Stel dat je een boek hebt gelezen over een bepaald onderwerp, en je wilt de gelezen informatie beter onthouden. Maak dat eens een mindmap of onderzoek of je het geleerde op een andere manier visueel voor jezelf kunt maken. Je zou daarbij nog een podcast over hetzelfde onderwerp kunnen luisteren of er met andere mensen over in gesprek kunnen gaan. Op die manier beklijft de informatie nog beter.  

Werkvorm: "De Concentratie-teller"
Tijdsduur: 3-5 minuten.

Introductie (1 minuut):
Vertel de groep dat je een korte oefening gaat doen om hun focus te trainen. Leg uit dat ons brein beter leert als we afleidingen negeren.

Kies een onderwerp dat je net hebt behandeld of gaat behandelen (bijvoorbeeld: de hoofdletters in een zin, het tellen tot 20, of de eigenschappen van water).

Geef de instructie dat ze hun ogen moeten sluiten.

De Oefening (2-3 minuten):

Vraag de studenten/leerlingen om heel goed te luisteren.

Tel hardop van 1 tot 10, of van 10 tot 1, en vraag hen om in hun hoofd mee te tellen.

Na de laatste tel, vraag je hen direct en met gesloten ogen: "Wat was het vijfde getal dat ik noemde?" of "Wat was het tweede getal van achteren?".

Herhaal dit met een andere reeks, bijvoorbeeld het oplezen van een aantal woorden die te maken hebben met het gekozen onderwerp. Vraag ze daarna welk woord je als derde noemde.

Reflectie (1 minuut):

Laat de groep de ogen weer openen.

Vraag: "Wie kon zich echt goed concentreren op de getallen of woorden?"

Benoem dat deze korte momenten van focus het brein helpen om sneller te leren en informatie beter vast te houden.

Slide 25 - Slide

“Just because you covered it, doesn't mean they learned it.” 

- Hoe ontvankelijk zijn de kinderen voor de lesstof?
- Hoe aantrekkelijk bied je de lesstof aan?
- Hoe optimaal is jouw begeleiding tijdens het leerproces?

Vragen om over na te denken:
- Hoe ontvankelijk zijn de kinderen voor de lesstof?
- Hoe aantrekkelijk bied je de lesstof aan?
- Hoe optimaal is jouw begeleiding tijdens het leerproces?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Jouw meest succesvolle
werkvorm(en)

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

POWTOON! Filmpje maken
Uitleg
Er zijn vier commando’s: pinkelen (trommelen met 2 wijsvingers), hol (handpalm naar boven draaien), bol (handpalm naar beneden), plat (handpalm dwars).
  
Bijvoorbeeld: COMMANDO PINKELEN - iedereen pinkelt - COMMANDO BOL - handen bol - COMMANDO PINKELEN - pinkelen - COMMANDO PINKELEN - gewoon door pinkelen - COMMANDO HOL - handen hol - COMMANDO.. PLAT - handen plat - COMMANDO PINKELEN - pinkelen - BOL - gewoon door pinkelen..

Slide 30 - Slide

Er zijn vier commando’s: pinkelen (trommelen met 2 wijsvingers), hol (handpalm naar boven draaien), bol (handpalm naar beneden), plat (handpalm dwars).
Bijvoorbeeld: COMMANDO PINKELEN - iedereen pinkelt - COMMANDO BOL - handen bol - COMMANDO PINKELEN - pinkelen - COMMANDO PINKELEN - gewoon door pinkelen - COMMANDO HOL - handen hol - COMMANDO.. PLAT - handen plat - COMMANDO PINKELEN - pinkelen - BOL - gewoon door pinkelen.

Respons inhibitie: eerst nadenken, dan doen. Vooral voor kleuters lastig, veel oefenen! Ook kritisch luisteren. Hoe kun je dit ook inzetten in mb/bb?

Slide 31 - Slide

https://filecache.itslearning.com/prod.eu-central-1.filerepo/1c41/2aad-f37c-4107-a167-d22b0c306e72?response-cache-control=max-age%3D899&response-content-type=application%2Fpdf&response-content-disposition=inline%3B%20filename%3D%22Hoe%2520Handelings-%2520en%2520doelgericht%2520is%2520ons%2520onderwijs%252C%2520vragenlijst.pdf%22%3Bfilename%2A%3Dutf-8%27%27Hoe%2520Handelings-%2520en%2520doelgericht%2520is%2520ons%2520onderwijs%252C%2520vragenlijst.pdf%3B&version=2&isDownloadRequest=0&expires=2024-10-25T09%3A04%3A07Z&sign=z6tB3Qu0ahDAK97Wd0PC0bjLqnChgdrFs6MQkdPby0E%3D

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Fase 1; waarnemen
  1. Met welke kinderen/groep ga je aan de slag? Beschrijf beide kinderen/de groep adhv verschillende data/bronnen (harde & zachte). (Wat kun je op dit moment zeggen over de ontwikkeling?) 
  2. Wat hebben deze kinderen nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen op taal- en rekengebied of om nog beter tot leren te komen? Onderbouw dit met literatuur (Vanuit hier formuleer je de didactische onderwijsbehoeften). 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

fase 2; begrijpen 
De leerling / de groep heeft:
-  een instructie nodig die...
- opdrachten nodig die...
- activiteiten nodig die...
- feedback nodig die...
- groepsgenoten nodig die...
- een omgeving nodig die...
- een leerkracht nodig die...


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

fase 3; plannen
  1. Wat zijn de onderwijsbehoeften van deze groep/leerling
  2. Welke doelen wil je stellen (korte termijn)
  3. In welke literatuur ga je je verdiepen om te achterhalen wat deze groep/leerling nodig heeft?
  4. Welke onderbouwde werkvormen die aansluiten bij onderwijsbehoeften, basisbehoeften en theorieën?
  5. Maak een plan (wat wordt er gebruikt op jouw stageschool?)
  6. Organisatie plannen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

JK

Slide 37 - Slide

OK

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

fase 4; uitvoeren
  • Stap voor stap uitvoeren van je plan
  • Tussentijds evalueren; wat gaat goed, wat (nog) niet.     Aanpassen?
  • Opbrengst (voor de kinderen!!)
  • Evaluatie interventie, eigen handelen en onderbouwd advies toekomst
  • Kansengelijkheid

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Bijeenkomsten
Bijeenkomst 1: Kennismaken, wat weet je nog?, de LU 
Bijeenkomst 2: Terugblik, HGW & onderwijsbehoeften, start maken eigen groep/leerling
Bijeenkomst 3: Terugblik, Taxonomie van Bloom, MI, uitwisselen werkvormen en theorieën, Executieve functies, 21e-eeuwse vaardigheden, HGW cyclus
Bijeenkomst 4: Rekenen  (rekendiadnostisch gesprek) 
Bijeenkomst 5: Terugblik, taalstagnaties, eigen casus taal meenemen!
Bijeenkomst 6: Terugblik,  hoogbegaafdheid, kansengelijkheid, vragen/feedback

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions