De zes breinprincipes zijn onderverdeeld in twee categorieën: structurerend en activerend. De eerste drie breinprincipes zijn structurerend. Dit betekent dat zij de rode draad zijn in jouw leerproces en daarmee de basis vormen voor jouw breinleren.
Focus
Herken je dat? Je doet je uiterste best om je te concentreren, maar je focus en aandacht bij je taak houden is een uitdaging. Veel mensen proberen te multitasken, terwijl de ervaring leert dat dit eigenlijk niet effectief is. Afleiding belemmert namelijk je leerproces. Je focus vasthouden, is dus essentieel voor het ontwikkelen van je brein tijdens een leerproces. Zoek daarom de juiste omgeving uit tijdens het leerproces, zodat je je concentratie optimaliseert.
Herhaal
Als je informatie voor langere tijd wilt vasthouden, zul je het regelmatig moeten herhalen. Herhaling zorgt ervoor dat de informatie die je wilt onthouden zijn weg maakt naar je langetermijngeheugen. Omdat dit best saai kan zijn, is het nuttig om herhalen aantrekkelijk voor jezelf te maken. Sommige mensen maken van wat zij willen leren bijvoorbeeld een liedje, zodat het makkelijker en leuker is om dit regelmatig te herhalen. Daarnaast is het fijn om het herhalen te verspreiden, zodat je voor een langere periode bezig bent met de materie.
Voortbouwen
Het menselijk brein zoekt van nature naar patronen. Het breinprincipe ‘voortbouwen’ verwijst naar het idee dat het brein nieuwe informatie beter begrijpt en onthoudt door het te koppelen aan bestaande kennis en ervaringen. Doordat ons geheugen automatisch associaties maakt, sla je meer informatie op en onthoud je in de toekomst meer details.
Activerende breinprincipes zullen jou, of degene die je begeleidt in een leerproces, helpen met het aannemen van een actievere werkhouding, waardoor je beter gebruikmaakt van je diepteverwerking. Diepteverwerking houdt in dat je brein diepere en daarom ook sterkere verbindingen maakt, waardoor jij de informatie beter begrijpt en vasthoudt.
Emotie
Emoties maken een grote indruk op het brein. Wanneer de leerstof emotionele impact maakt, ben je geneigd het beter vast te houden. Probeer het daarom uitdagend te maken en de nieuwsgierigheid van het menselijk brein te benutten en stimuleren. Nieuwsgierigheid is een van de grootste drijfveren voor mensen, omdat het een intense emotie is. Speel hier dus op in voor een beter begrip van wat je probeert te leren.
Creatie
Ons brein is graag bezig met betekenis creëren en verbanden zoeken. Wees daarom niet bang om je creatieve krachten los te laten op de leerstof. Wat kun je zelf bedenken en ontdekken? Hoe kun jij betekenis geven aan wat je leert en welke verbanden zie je?
Zintuigelijk rijk
Je stimuleert je brein gemakkelijk door zoveel mogelijk zintuigen te benutten. Hoe meer zintuigelijke stimulans je brein ervaart, hoe dieper de indruk op je hersenen is. Als je zoveel mogelijk zintuigen prikkelt, sla je het ook op meer plekken in je hersenen op. Zo kun je dus ook op meerdere manieren informatie terughalen. Denk daarom eens na over hoe je de zintuigen kunt betrekken bij het leerproces. Stel dat je een boek hebt gelezen over een bepaald onderwerp, en je wilt de gelezen informatie beter onthouden. Maak dat eens een mindmap of onderzoek of je het geleerde op een andere manier visueel voor jezelf kunt maken. Je zou daarbij nog een podcast over hetzelfde onderwerp kunnen luisteren of er met andere mensen over in gesprek kunnen gaan. Op die manier beklijft de informatie nog beter.
Werkvorm: "De Concentratie-teller"
Tijdsduur: 3-5 minuten.
Introductie (1 minuut):
Vertel de groep dat je een korte oefening gaat doen om hun focus te trainen. Leg uit dat ons brein beter leert als we afleidingen negeren.
Kies een onderwerp dat je net hebt behandeld of gaat behandelen (bijvoorbeeld: de hoofdletters in een zin, het tellen tot 20, of de eigenschappen van water).
Geef de instructie dat ze hun ogen moeten sluiten.
De Oefening (2-3 minuten):
Vraag de studenten/leerlingen om heel goed te luisteren.
Tel hardop van 1 tot 10, of van 10 tot 1, en vraag hen om in hun hoofd mee te tellen.
Na de laatste tel, vraag je hen direct en met gesloten ogen: "Wat was het vijfde getal dat ik noemde?" of "Wat was het tweede getal van achteren?".
Herhaal dit met een andere reeks, bijvoorbeeld het oplezen van een aantal woorden die te maken hebben met het gekozen onderwerp. Vraag ze daarna welk woord je als derde noemde.
Reflectie (1 minuut):
Laat de groep de ogen weer openen.
Vraag: "Wie kon zich echt goed concentreren op de getallen of woorden?"
Benoem dat deze korte momenten van focus het brein helpen om sneller te leren en informatie beter vast te houden.